Binnen een paar dagen heeft het burgerinitiatief ‘Uit vrije wil’ de 40.000 handtekeningen verzameld die nodig zijn om het parlement te dwingen het onderwerp in behandeling te nemen: hebben mensen die klaar zijn met leven, al mankeren ze verder niks, recht op hulp bij zelfdoding? Daar valt inhoudelijk veel over te zeggen, maar eerst iets over de toon. Zo zegt initiatiefneemster Yvonne van Baarle het:
“Ik ben in actie gekomen omdat ik het als onrecht ervaar geen stervenshulp te kunnen krijgen als ik die nodig heb. Ik behoor tot een generatie die dit niet accepteert.”
Die generatie – het zal niemand verbazen – is de generatie die haar hoogtepunt beleefde in de jaren zestig en zeventig. Als ze iets wil, dan vraagt ze dat niet beleefd, nee, dan eist ze dat op hoge toon op onder veel vertoon van morele verontwaardiging. Nu heeft ze haar levensavond bereikt en moet de rest van de wereld gaan rennen om te zorgen dat die helemaal volgens haar wens verloopt. De term ‘narcisme’ is wel eens minder terecht aan ‘babyboomers’ gekoppeld.
Steunbetuigingen
Dan de inhoud. Levensbeëindiging is een zware beslissing. Dat geldt uiteraard in de eerste plaats voor degene die het betreft. Maar het geldt evenzeer voor degene wiens hulp daarbij wordt ingeroepen, doorgaans een arts. Daarom zijn er regels voor. Die zijn er voor de zorgvuldigheid naar de patiënt toe, maar ook om artsen houvast te geven.
Wanneer je, zoals de actiegroep, vindt dat de rechten van levensmoede ouderen uitgebreid moet worden, dan is de onmiddellijke consequentie daarvan dat de psychische belasting van artsen toeneemt. Zij zullen, als ‘Uit vrije wil’ zijn zin krijgt, in toenemende mate opgezadeld worden met de verantwoordelijkheid voor de dood van fysiek kerngezonde mensen die niet zelf een einde aan hun leven willen maken. Voor de actiegroep lijkt dat geen issue.
Lees alle steunbetuigingen van ‘Uit vrije wil’ nog maar eens goed na. De boodschap is vrijwel altijd hetzelfde: anderen moeten zich in dienst stellen van mijn recht op zelfbeschikking. Het is lang geleden dat zo’n vertoon van egotisme serieus genomen werd. Het onderwerp verdient weliswaar die ernst, maar de initiatiefnemers zou iets meer introspectie sieren. (gc)
Eens, Christian, een goed afgewogen stuk.
Ook genuanceerd en daardoor interessant voor het debat, is het blog van Meulenbelt (vooral onder reacties!)
http://anjameulenbelt.sp.nl/weblog/2010/02/13/tot-hier-en-niet-verder/
Ik schreef mijn “Column van de week”over mijn tante, die onlangs op 95 jarige leeftijd overleed. Zij was rolstoelafhankelijk, had vaak pijn, een paar keer een TIA en een ontstekking aan de urinewegen. Elke keer kwam ze er weer bovenop. Ondaks dit alles betekende ze veel voor andere mensen in het verzorgingshuis, voor haar kennissen, die bijna ‘familie’ werden en voor de verzorgenden. Ze begreep, dat haar verblijf in het verzorgingshuis zin had. Dat had ze tevoren niet kunnen bedenken. Wat een tegenstelling met die gezonde mensen, die klaar zijn met hun leven, zoals zij dat uitdrukken.
We moeten er wel goed over nadenken of het uitzichtloos lijden beperkt is tot lichamelijk lijden. Er zijn immers vormen van geestelijk lijden, die heel vreselijk zijn. Maar hoe weten we, dat ze tot de dood zullen aanhouden?
Wat bij het initiatief ook opvalt is, dat er weinig aandacht is voor anderen, waarmee men verbonden is. Inderdaad zullen zij soms uit zuivere motieven de doodwens aanvaarden en ondersteunen. Soms kunnen ze hun vader of moeder of vriend of vriendin nog helemaal niet missen. Moet iemand met zo’n doodwens zich daar niets van aantrekken?