Een mooie tunnel

1383

Een druilerige vrijdagochtend. Het stadhuis van de gemeente Duitendam oogt verlaten, na de langdurige zitting van de gemeenteraad in de nacht ervoor. Op een bankje in de brede gang, tegenover het schilderij van gewezen burgemeester Ordeman, zit ir. Anton Grout van ingenieursbureau Drijver & Van der Graaf te wachten tot hij wordt binnengeroepen bij wethouder Sentewaaier. Dan is het zo ver.

‘Goed nieuws, meneer Grout’, zegt Sentewaaier wanneer ze zijn aangeschoven aan een tafel waar ook tien vermoeid ogende ambtenaren van diverse afdelingen aanzitten. ‘De kogel is door de kerk. Ik heb stevig moeten pleiten, maar de gemeenteraad is om vier uur vanochtend akkoord gegaan met een vierbaans tunnel met parkeergarage annex waterberging onder het stadhuis. Mits duurzaam ontworpen. Kunnen jullie dat?’

‘Meneer de wethouder, al wilde de gemeente een hydraulisch opklapbaar stadhuis dat opzij kan schuiven om er een raketlanceerinstallatie onder te verbergen, dan nog zou Drijver & Van der Graaf het kunnen ontwerpen.’


‘Zo hoor ik het graag. Kijk, hier is het lijstje aanpassingen dat de gemeenteraad wil in het ontwerp. Er zijn wat protesten van omwonenden, vandaar. Het moet natuurlijk wel binnen het budget blijven.’

‘Ik weet niet of dat gaat lukken.’

‘Hoeveel extra?’

‘Dat kan ik zo niet zeggen.’

‘Kom op, kerel, jullie ingenieurs zijn toch van de exacte getallen? Noem een exact getal.’

‘Nou, eh, 25 miljoen?’

‘Daar durf ik de verantwoordelijkheid wel voor te nemen. Dan wordt de bouwsom dus 325 miljoen euro.’

‘425 Miljoen.’

‘Nee, de gemeenteraad heeft voor de sobere variant gekozen. Een van de raadsleden is leraar economie op het Duitendams Lyceum en heeft enkele te hoog ingeschatte kosten in de begroting gevonden.’

‘Maar die 400 miljoen was al strak gecalculeerd.’

‘Zo zie je maar dat het goed is dat er nog eens een econoom naar heeft gekeken. Ingenieurs zijn toch beter met beton dan met geld, ha ha ha.’

‘Wanneer we al deze dingen weglaten, komt er van die duurzaamheid niets terecht, meneer Sentewaaier.’

‘Die tunnel ligt er over vijftig jaar nog. Als dat niet duurzaam mag heten.’

‘Volgens onze berekeningen zijn alle maatregelen voor het stabiliseren van de bodem ook strikt noodzakelijk.’

‘Aha, maar de raad heeft een contra-expertise doen uitvoeren door een bureau dat zegt dat het wél kan zoals de raad het wil.’

‘Ja, maar dat bureau heeft allerlei risico’s weggeredeneerd. Ze gaan uit van het gunstigste geval, bijvoorbeeld over de stevigheid van de veenlaag onder het stadhuis.’

‘Wel, dan is aan jullie de schone taak om het gunstigste geval te realiseren.’

‘Wij hebben geen macht over de wetten van de grondmechanica, meneer de wethouder.’

‘Dan zorg je dat je die krijgt, Grout. Anders moeten we helaas in zee gaan met een bureau dat de, hoe heet het, grondmechanica wel beheerst.’

‘We zullen ons best doen, meneer de wethouder. Maar garanties kunnen we niet geven.’

‘Ach, garanties zijn er nooit in het leven. Als je maar binnen het budget blijft. Dat is absoluut noodzakelijk. De gemeenteraad wil geen budgetoverschrijdingen. Dus die zijn voor jullie rekening.’

‘Maar dan moeten we ons verzekeren.’

‘Dan doe je dat toch?’

‘Maar dat is toch niet rationeel? Alle infrastructuur in Nederland wordt door de overheid aangelegd. Als de risico’s worden afgewenteld op de ingenieursbureaus en die moeten zich ervoor verzekeren, dan berekenen ze de premie door aan de opdrachtgever. Uiteindelijk betaalt de overheid toch het volledige risico. Het enige verschil is dat de verzekeringsmaatschappijen er nog een leuke winst aan overhouden.’

‘Maar de gemeente Duitendam heeft wel meer zekerheid over de kosten.’

‘Dat wel.’

‘Nou dan.’

‘Snapt u het echt niet?’

‘Jawel, hoor. Maar ik weet ook hoe politiek werkt. Op dit moment is de beslissing verantwoord en dat kunnen we stug volhouden als we over vijf jaar bij de enquêtecommissie zitten. Ondertussen ligt er dan wel een mooie tunnel – en daar gaat het toch om.’

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 2, 2010.