Haïti als decor voor een tragikomedie

1389

Haïti in de dagen van Papa Doc. Drie mannen, Brown, Smith en Jones, komen met de boot aan in Port-au-Prince. De eerste is een verlopen hoteleigenaar, de tweede een idealistische vegetariër en de derde een allround avonturier – althans, zo doet hij zich voor.

Ziedaar de premisse van Graham Greene’s roman The Comedians. De drie komen elk op hun eigen manier in aanraking met het regime en verliezen in de loop van het verhaal hun illusies. De dictatuur en haar agenten spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van het plot, maar de roman gaat eigenlijk niet over Haïti. Dat is slechts het decor voor een tragikomedie.

Brown, de verteller, is teruggekeerd voor zijn gedoemde relatie met de vrouw van de Britse ambassadeur, niet voor zijn hotel zonder gasten. Hij neemt wel Smith en diens vrouw onder zijn hoede, een tweetal wier optimisme en naïviteit wonderbaarlijk opgewassen blijkt tegen de corrupte werkelijkheid. Jones gaat zijn eigen gang, maar belandt uiteindelijk ook wanhopig op Browns stoep.

The Comedians is een van Greene’s betere romans, een beetje in de lijn van het bekendere The honorary consul, ook over westerlingen die zich in een vreemd land in de nesten werken. Pap Doc was het er niet mee eens. Hij schreef een vernietigende recensie en Greene was niet meer welkom op het eiland. Ook een reden om dit boek te lezen.