Techniekangst op televisie

1614

Tilburg, een zonnige dag in maart. Ik was uitgenodigd door een groep studenten van de Hogeschool Journalistiek voor een televisieprogramma over techniekangst. Het was niet voor het echie, natuurlijk, want ze waren nog aan het leren hoe je een talkshow maakt, maar de studiosetting was realistisch genoeg. Professionele camera’s, microfoon, autocue, regiekamer – alleen de schmink ontbrak, en daar was ik niet rouwig om.

Het programma begon met een terugblik op de millenniumbug van tien jaar geleden. Heel confronterend, want het was zonneklaar dat dit voor de studenten verre historie was, iets dat gebeurde voor zij bewust met nieuws bezig waren. Op zo’n moment kun je je even heel oud voelen. Was het niet een beetje overdreven al die paniek indertijd, gegeven dat er uiteindelijk niks gebeurd was? En had ik persoonlijk nog bugangst gehad?

Zo belandde ik gelukkig op bekend terrein. Nee, ik was niet bang geweest. Er kon weliswaar van alles gebeuren, maar het leven is vol risico’s en deze kon er nog wel bij. En hoe zinvol de exercitie was, valt nog altijd niet te zeggen. Er is veel achterstallig onderhoud weggewerkt dat sowieso in de jaren daarop gepleegd had moeten worden. Er zijn veel softwarefouten gevonden, ook die niets met de jaarwisseling te maken hadden, maar we weten niet wat er gebeurd was als ze hadden toegeslagen. En van tevoren viel überhaupt weinig te zeggen over de risico’s. We hebben sinds 1953 ook geen grote stormvloed meer gehad, maar betekent dit dat we minder haast hadden hoeven maken met de kering in de Oosterschelde?

Het vraaggesprek meanderde naar de toekomst. Diverse vergezochte scenario’s uit science fiction films kwamen om de hoek kijken. Bijvoorbeeld The Matrix, waarin mensen ingeplugd worden in een computer die bij hen een waanwereld implanteert, en Minority Report, waarin een agent beschikt over een systeem dat moorden kan voorspellen, zodat hij de daders preventief kan oppakken.

Mijn standaard antwoord in dit soort gevallen is dat pioniers in de jaren vijftig dachten dat ze binnen de kortste keren een computer de menselijke taal zouden leren. Dat is nog steeds maar beperkt gelukt. Dus verhalen over computers die op de een of andere manier op gelijke voet met de menselijke hersenen communiceren neem ik voorlopig met een dikke korrel zout. Dergelijke films zijn niet bedoeld om te voorspellen maar om te verontrusten. Ze zeggen meer over onze huidige angsten, dan over wat we zullen denken mochten de betreffende technologieën ooit realiteit worden.

Die angsten zijn actueel. De gedachte uit Minority Report, dat je veroordeeld zou kunnen worden om een moord waarvan de computer denkt dat je die wou gaan plegen, stuit tegen de borst. Maar wie kan er tegen het voorkomen van moord zijn? Met diezelfde redenering worden momenteel elektronische kinddossiers opgezet, waarin diverse instanties gegevens verzamelen om risicogezinnen aan te wijzen. Een veroordeling is het nog niet, maar veel rode kruisjes bij je naam in een dossier maken je toch al een beetje schuldig. De technologie en de acceptatie ervan kruipen gestaag voort, wilde ik maar zeggen.

Dat snapten de studenten wel, maar het veranderde de teneur van de vragen niet. Het viel me op dat ze vrijwel instinctief een negatieve invalshoek kozen: als er zoveel twijfels zijn over nieuwe technologieën, moeten we dan niet de rem erop zetten? Misschien komt het omdat journalisten in spe getraind worden de normale gang van zaken te wantrouwen. Ze komen wel van these naar antithese, maar hebben moeite de synthese te vinden.

Na ruim een uur stond ik weer in de lentezon. Ik hoopte dat ik de studenten, naast de mogelijkheid beter te worden in hun toekomstige vak, ook wat aan inzicht had kunnen bieden. Technologische ontwikkeling is vaak een kwestie van gokken. We weten niet wat morgen mogelijk is en hoe we er dan over zullen denken.
Een paar dagen later kwam de dvd van mijn optreden binnen. Mijn stem klonk goed, maar mijn woorden zaten vol gedachtensprongen. Voor televisie ben ik niet gemaakt. Gelukkig kan ik dingen op papier aardig overbrengen.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 5, 2010.