De stekker gaat uit Watt

1646

Tijdens de openbare behandeling van Watt gisteren in de raadscommissie haalde de directeur van de dienst kunst en cultuur nog even hard uit naar Joey Ruchtie, de programmeur van Rotown, ’s lands beste poppodium, dat even daarvoor nog geroemd was door wethouder Antoinette Laan. Het vertrek van Ruchtie bij Watt, zo werd gesuggereerd, kwam omdat hij er daar niks van bakte. Het zogenaamde ontslag van Ruchtie was een mager teken dat er bij Watt nog wel een beetje ingegrepen werd als het mis ging.

Het korte zinnetje was een van weinige reflecties in de openbare vergadering uit de besloten vergadering die eraan vooraf ging. Daarin werd Watt in harde bewoordingen afgemaakt. Dat viel te verwachten. Een tekort van 1,8 miljoen is veel geld en er waren maar twee smaken: of de gemeentelijke dienst heeft zitten pitten terwijl continu het alarm afging, of Watt heeft er stiekem een potje van gemaakt. Het is niet gek dat dan voor de laatste optie gekozen wordt. Wij zelf gingen tenslotte voor de eerste.

Als bestuur van Watt hadden we besloten de vertoning in de commissie niet af te wachten. De contouren van krokodillentranen waren te helder. We vragen faillissement aan voor de stichting, die zijn oorsprong vindt in Arena, het poppodium dat nog voor Nighttown in hetzelfde gebouw zat. Het muisje gaat nog wel een staartje krijgen in de vorm van een onderzoek van de Rotterdamse rekenkamer.

Voor mij persoonlijk betekent het dat ik de komende jaren persona non grata ben in de Rotterdamse culturele wereld. Ook toen ik me openlijk tegen voormalig GroenLinks wethouder Orhan Kaya had gekeerd, draaiden de ruggen zich spontaan naar me toe als ik ergens kwam. Toen hij weg was, draaiden ze terug. De huidige wethouder en haar ambtenaren blijven voorlopig nog wel even zitten.