
Vandaag wordt Watt leeggehaald. Alles wat niet verkoopbaar is, gaat de vuilcontainer in. Denk aan dorre planten en kapotte stoelen, maar ook aan stapels promo-cd’s en vergeten brooddoosjes van ontslagen medewerkers. Denk vooral aan heel veel papier.
Op het laatste moment zijn we gisteren bezig geweest om zoveel mogelijk van het archief te redden, niet alleen dat van Watt zelf, maar ook dat van WaterFront en zijn voorgangers De Vlerk en Via Ritmo – vijftien jaar Rotterdamse popgeschiedenis. Het zijn vooral posters en flyers, die nu bij mij in de opslag liggen. De komende maanden ga ik het wat verder uitzoeken en naar het gemeentearchief brengen.
In het pand aan de West-Kruiskade ligt ook nog een groot deel van het Nighttown archief, achter een gesloten deur waarvan de sleutel zoek is. Niemand die zich erom bekommert. Onze curator is grondiger dan die van Nighttown, zou je kunnen zeggen.
Volgend jaar dan lachen we d’rom?
De zelfbenoemde vaders op het Stadhuis zullen waarschijnlijk al wensdenkend hopen dat de menselijke behoefte aan cultuur na een tijdje uit ons systeem verdwijnt. Vergelijkbaar met filmhuizen, muziektempels, theaters en expositieruimtes die uit een stadshart verdwijnen. Ik wil voorlopig vooral niet denken aan de zooi waarmee de ontstane leegte gevuld zal worden.
We zijn niet boos, hoogstens teleurgesteld in de mentale armoede die achter deze keuzes schuilgaat.