Inspreektekst over Watt

1721

Gisteren had ik inspreektijd gevraagd in de commissie JOCS van de Rotterdamse gemeenteraad, om vervolgens bevraagd te worden. Het was een stevige discussie, die ik niet helemaal hier kan weergeven. Hieronder wel de voorbereidende tekst die ik naar de commissie gestuurd had.

“In haar reactie op het rapport van de rekenkamer over Watt en opnieuw in de beantwoording van vragen door uw lid Anton Molenaar, geeft het college een trap na in de richting van Watt door te doen voorkomen alsof stichting CAR zelf verantwoordelijk is voor de fatale beslissing om MyTown Horeca bv over te nemen. Aanvankelijk wilde ik dit laten passeren, maar op verzoek van de heer Molenaar zal ik toch een korte toelichting geven.

CAR (dwz WaterFront en What’s Live) is altijd een pertinent tegenstander van de overname geweest. We hebben op diverse momenten de verantwoordelijke wethouder en ambtelijke dienst gewezen op de risico’s, die CAR niet kon dragen. Uiteindelijk zijn wij slechts akkoord gegaan na nadrukkelijke toezeggingen dat de gemeente alle schade uit de overname zou dekken. Zelf konden wij die schade vooraf niet overzien, omdat wij geen inzicht kregen in de accountantsrapporten die de gemeente had laten maken.

Op het moment van de overname zat de gemeente aan het stuur bij CAR. De door de gemeente aangestelde kwartiermaker was tijdelijk voorzitter. De juridische dienst van de gemeente stelde het contract op en verwerkte concessies die de gemeente rechtstreeks aan de verkopers deed. De rest van het bestuur van CAR hoorde vaak pas achteraf wat er speelde, vergezeld van de opmerking dat men zich geen zorgen moest maken, want er was immers een afspraak dat de gemeente de schade zou afvangen.

Vlak voor de overname definitief werd, heeft CAR nogmaals nadrukkelijk aan de bel gehangen dat de kosten wat betreft zowel schulden als geluidsproblematiek uit de hand dreigden te lopen. Dat inzicht was voor de gemeente, die wist dat CAR het risico niet dragen kon, geen reden om de zaak af te blazen.”