Bètaroddels

1745

Nederland kent een select gezelschap van wetenschapsjournalisten, die optreden als bemiddelaar tussen onderzoekers en het grote publiek. De meesten hebben een bèta-achtergrond en zijn dus tot op zekere hoogte in staat de merites van wetenschappelijke resultaten te beoordelen. Hoewel zij vaak genoeg fouten maken, kunnen lezers van kranten en tijdschriften er doorgaans op rekenen dat de grootste kolder hen niet bereikt.

Die kolder tiert welig op internet, waar iedere pseudo-wetenschap en samenzweringstheorie een eigen niche van geïnteresseerden bedient. Dit circuit is gescheiden van de populair-wetenschappelijke websites, maar op een aantal plekken ontmoeten beide elkaar. Een zo’n plek is NuJij.nl, een zustersite van de populaire nieuwssite Nu.nl. Op NuJij kan iedereen een link naar een bericht plaatsen dat hij interessant vindt. Anderen kunnen er vervolgens op stemmen en erover discussiëren.

NuJij heeft een categorie ‘wetenschap’. Daar tref je dus berichten aan waarvan internetters vinden dat ze over wetenschappelijk gaan. Dit levert een fascinerende mix op. Op een willekeurige dag in april bekeek ik eens wat het populairste wetenschapsnieuws van de afgelopen maand was.

‘Gigantische zonnevlam, 10x de grootte van de zon’, las ik. Ruim duizend mensen vonden die kop zo interessant dat ze op de bijbehorende link klikten, die leidde naar spectaculaire foto’s op de website van Nasa. Het bericht kreeg 36 duimpjes omhoog en was daarmee niet alleen het best bekeken, maar ook het op één na hoogst gewaardeerde artikel van de maand. De meeste waardering hadden de bezoekers van NuJij voor een bericht over een fundamentele natuurkundige doorbraak die omzetting van zonlicht in elektriciteit beloofde in ander materiaal dan halfgeleiders.

Daarmee versloeg het bona fide wetenschappelijke nieuws nipt het non-nieuws. Veel aandacht en waardering was er voor een video van een levenloze alien die in de Siberische sneeuw was aangetroffen en voor het bericht dat John F. Kennedy vlak voor zijn dood inzage in UFO-documenten geëist had. De dode alien haalde zelfs de Telegraaf, al was inmiddels duidelijk dat de bezoeker uit de ruimte niet alleen het formaat had van een kip, maar daar ook grotendeels uit samengesteld was door plaatselijke grappenmakers.

Dat er gekke dingen op een site als NuJij terecht komen, is logisch, want werkelijk iedereen kan daar iets aanmelden, dus ook een UFO-gelovige. Wat mij intrigeerde was dat zo ontzettend veel mensen de berichten wilden lezen, ze waardeerden en erover discussieerden.

Die discussie was vooral lacherig, zo stelde ik vast, en af en toe terecht wijzend. Niemand leek de berichten echt te geloven, maar ze intrigeerden niettemin genoeg om er massaal kennis van te nemen. En dat op zijn beurt intrigeerde mij dan weer.

Enerzijds was het natuurlijk een geruststelling dat de stem des volks, in de vorm van de NuJij bezoeker, wel degelijk onderscheid wist te maken tussen wetenschappelijk nieuws en pseudo-wetenschappelijke onzin. Slechts een enkeling waagde het publiekelijk te betogen dat UFO’s wel degelijk zouden kunnen bestaan, maar dat de machtigen der aarde ons liever onwetend houden.

En toch, al die kennelijk rationele geesten klikten dag in dag uit op berichtjes over UFO’s en andere zonderlinge verschijnselen. Het kon natuurlijk zijn dat degenen die reageerden slechts het sceptische deel van de NuJij bezoekers vormden, en dat de zwijgende meerderheid het voor zoete koek slikte, maar dat weigerde ik te geloven. Er was een logischer verklaring.

Nieuws over ufo’s, aliens en kometen die het einde der tijden inluiden, zijn de achterklap van de bètageest. Waar huisvrouwen roddelbladen over de misdragingen van beroemdheden lezen om hun eigen normen en waarden te toetsen, daar smult de ingenieur van pseudo-wetenschap. Niet omdat hij erin gelooft, maar omdat hij zijn eigen gelijk graag bevestigd ziet in het ongelijk van anderen.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 8, 2011.