Het gesloten leven van Grisha Perelman

Grisha Perelman is een van de briljantste wiskundigen van dit moment. Hij woont bij zijn moeder in Sint Petersburg en wil met niemand praten, ook niet met zijn biografe Masha Gessen. Toch biedt het boek veel inzicht in ’s mans belevingswereld.

De Rus Grigori (Grisha) Perelman werd in 2002 op slag beroemd, toen hij de oplossing presenteerde van het vermoeden van Poincaré, een van de grootste mathematische raadsels van dat moment. In 2000 was er een prijs van een miljoen dollar op de oplossing gezet. Maar nog beroemder werd Perelman toen hij de prijs weigerde, net als de Fields Medal, de ‘Nobelprijs voor de wiskunde’. Vervolgens trok hij zich terug uit de wiskunde. Steeds minder mensen kregen hem te spreken. Hij is nu 45 jaar oud, woont bij zijn moeder en niemand heeft enig idee wat hij de hele dag zoal doet.

Van zo’n bizarre man een biografie schrijven is lastig, maar New York Times journaliste Masha Geffen slaagt daar met ‘Perfect rigour’ aardig in. Ze heeft als voordeel dat ze even oud is als Perelman en net als hij een wiskundige opleiding genoot in de nadagen van de Sovjet-Unie. Daardoor kan ze zich goed inleven in de omstandigheden en heeft ze aansluiting bij de denkwereld van de wiskundigen uit Perelmans nabijheid, die ze wel te spreken krijgt.

Perelmans moeder was een wiskundige, die haar zoon op zijn twaalfde aanmeldde voor een speciale wiskundeschool. Vanaf dat moment kon de introverte jongen zich helemaal op de wiskunde richten. Voor al het andere – zoals het antisemitisme dat steeds op de loer lag – werd hij door anderen afgeschermd. Net toen hij aan verbreding van zijn kennis toe was, sloeg de perestrojka toe, zodat hij naar het buitenland kon om vakgenoten te ontmoeten en zijn inzichten te verdiepen.

Hij bezocht diverse Amerikaanse universiteiten en kreeg zelfs een baan aangeboden aan het eerbiedwaardige Princeton, maar hij wilde meteen een bevoorrechte positie (zodat hij zich uitsluitend bezig kon houden met wiskunde en niet allerlei randverschijnselen, zoals fondsenwerving). Toen hij die niet kreeg, ging hij terug naar Rusland. Achteraf kon men zich in Princeton wel voor het hoofd slaan.

Perelman verdween in de obscuriteit tot hij ineens zijn bewijs op internet zette. Voor hem was de kous daarmee af. Hij was verder alleen geïnteresseerd in erkenning door zijn vakgenoten, niet in triviale dingen als prijzen. Toen die erkenning niet terstond kwam, omdat er procedures gevolgd moesten worden, trok hij zich teleurgesteld uit het wereldje terug.

Geffen laat mooi zien hoe de autistische Perelman in een afgeschermde wereld tot bloei kon komen. Alles moest precies gebeuren volgens de regels die hij steeds meer zelf maakte. Als anderen die regels niet begrepen, ging hij door het lint. Steeds minder anderen waren er. De docent die hem sinds zijn twaalfde coachte was buiten zijn moeder de laatste die nog echt contact met hem gehad heeft.