Help, het begrotingstekort smelt

1757

De kamer komt vandaag van reces terug om te debatteren over de Griekse noodsteun. Dat levert extra druk op de Nederlandse begroting, dus zal er extra hard bezuinigd moeten worden. Die druk is handig voor ministers die impopulaire maatregelen willen doordrukken, zoals de ontmanteling van het ov in de Randstad.

De ministers moeten wel opschieten, want tegen het eind van het jaar zou wel eens duidelijk kunnen worden dat er geen economische noodzaak is voor draconische bezuinigingen. De Nederlandse economie draait namelijk als een tierelier en het begrotingstekort smelt als sneeuw voor de zon. Kijkt u even mee naar de hoofdlijnen van de begroting voor 2011. In de eerste tabel staan de belangrijkste macro-economische aannames. Leg die voorspellingen naast de jongste cijfers van het cpb.

Er zijn eigenlijk alleen maar meevallers. Economische groei 2 procent in plaats van 1,5. Lange rente op staatsschuld een kwart procent lager, omdat Nederlandse staatsobligaties gewilder zijn door de crisis elders in Europa. Oliekoers meer dan vijftig procent hoger en dollarkoers fors lager, met een knoepert van een meevaller in de aardgasbaten als gevolg. Werkloosheid komt uit op 4 procent in plaats van 5,5, wat leidt tot een meevaller bij de sociale dienst (minder uitkeringen) en de belastingdienst (meer inkomsten). Inflatie is hoger, maar blijft binnen de perken – dat is goed voor de groei zonder dat consumenten gaan morren.

Dit alles leidt ertoe dat halverwege het jaar de doelstelling van een daling van het EMU-tekort naar 4 procent van het bbp al bijna gehaald is. Als dit zo doorgaat, zit Nederland tegen het eind van het jaar in de buurt van de 3 procent, het heilige getal dat ooit in Europees verband is afgesproken.

Dat is goed nieuws, natuurlijk, maar het kabinet zit daar momenteel niet op te wachten. Er zijn immers forse bezuinigingen aangekondigd, en als je over de meevallers struikelt, wordt het moeilijker die door het parlement te loodsen. Immers, wanneer de economische noodzaak wegvalt, moeten ministers inhoudelijke argumenten voor hun ombuigingen aandragen, en dat is altijd een stuk lastiger in een Tweede Kamer die zoveel mogelijk kiezers te vriend wil houden. (gc) (sg)