Werklezen met Richard Powers

1756

Een boek van Richard Powers is altijd pittig leeswerk, vanwege de vele informatie die hij in zijn romans propt. Dat geldt in optima forma voor The gold bug variations, waarin twee gemankeerde liefdesgeschiedenissen door elkaar heen lopen.

De ene lijn gaat over de briljante wetenschapper Stuart Ressler, een pionier op het gebied van dna in de jaren vijftig, die verliefd wordt op een collega. De tweede lijn speelt dertig jaar later, als Ressler een suf baantje als systeembeheerder heeft. Zijn assistent en diens geliefde proberen erachter te komen waarom hij indertijd de wetenschap verlaten heeft. Helaas komt geen van de karakters werkelijk tot leven in het meer dan 600 pagina’s dikke boek.

Dat komt omdat Powers eigenlijk iets heel anders wil vertellen, namelijk hoe ongelooflijk complex en daarom mooi dna wel niet in elkaar zit, en hoe dat zich verhoudt tot de menselijke voortplanting, diens gevoel voor kunst en nog een heleboel andere dingen. Allemaal heel knap in elkaar gezet en bij vlagen echt heel mooi verwoord, maar ook nogal stroef.

Ik blijf Powers bewonderen, maar in dit vroege werk ontbreekt nog de vonk die een roman echt briljant maakt, zoals The time of our singing.