Bad Hijab in Nederland

1773

In Iran bestaat speciale politie die je als vrouw kan beboeten wegens bad hijab, het op onjuiste wijze dragen van hoofdbedekking. Europa krijgt de smaak op dat vlak ook te pakken. Na Frankrijk, waar de eerste boetes zijn uitgedeeld, en België krijgt ook Nederland een bad hijab wet, in de vorm van het burkaverbod, dat ook nikabs, integraalhelmen en bivakmutsen meepikt om de schijn van een aanval op de islam zoveel mogelijk te vermijden.

In Frankrijk is de weg naar het Europese Hof ingezet, dus de vraag of het verbod door de mensenrechtenbeugel kan, wordt vanzelf beantwoord. Het is toch vooral symboolpolitiek over de rug van onderdrukte moslimvrouwen, die meer geholpen zouden zijn bij een actievere emancipatiepolitiek.

Dit alles laat onverlet dat het dragen van een burka inderdaad onbehoorlijk is. Het kabinet stelt terecht dat het bedekken van je gezicht “fundamenteel in strijd [is] met het karakter van het publiek verkeer, waarin wij elkaar met herkenbaar gelaat gelijkelijk tegemoet treden”. Maar als je via de wet de fatsoensrakker wilt uithangen, doe het dan goed.

Een veel groter probleem dan het handjevol burkadraagsters vormen namelijk lieden met donkere of glimmende zonnebrillen, die menen dat ze die niet hoeven af te zetten als ze je aanspreken. Toegegeven, Beatrijs Ritsema vindt het geen probleem, maar die vindt dat je ook van een burkadraagster maar hebt te accepteren dat ze zich verschuilt. Dat is voor haar van dezelfde orde. Het blauwe boekje is helderder: “Een zonnebril houdt u nooit op bij een tweegesprek. Ook niet als u een celebrity bent.”

De toenemende boertigheid in de omgangsvormen is een breed maatschappelijk verschijnsel. Half Nederland doet eraan mee, iedereen op zijn eigen wijze. Zo bezien doen de burkadraagsters gewoon mee aan een maatschappelijke middelvingertrend, die de afgelopen week ook in het parlement opgeld deed. In Iran kost het op onjuiste wijze dragen van een zonnebril je vijftien dollar. Dan kan Nederland toch niet achterblijven? (sg)