Universiteit Inholland

1770

Op dit moment staat op mijn diploma een uitstervende titel, ingenieur. De TU’s geven tegenwoordig immers MSc’s af. En het zou zomaar kunnen gebeuren dat mijn diploma straks is verstrekt door een instituut dat niet meer bestaat. De universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam praten namelijk over fusie, aldus een artikel waarmee de NRC in de komkommertijd uitpakte. De nieuwe universiteit zou de naam dragen van de oudste onder hen, Universiteit Leiden.

Nou doen dergelijke fusiegeruchten eens in de ongeveer tien jaar de rondte, dus zo’n vaart zal het niet lopen – en de betrokkenen ontkennen met klem dat er over meer gesproken wordt dan intensieve samenwerking – maar anderzijds is het niet voor niets dat het idee steeds terugkeert. Een alfa-, beta- en gamma-universiteit op een half uur reizen van elkaar, in iedere wereldstad zouden dat drie filialen van hetzelfde instituut zijn. Kortom, zo’n gek idee is die fusie niet.

Een van de voornaamste motieven om te fuseren, zo opperde de krant, was dat de combi-universiteit hoger zou eindigen op internationale ranglijstjes van academische toppers, omdat ze samen meer citaten in toptijdschriften scoren dan afzonderlijk. Toen ik dat las, rook ik lont. Het is immers een illusiestrategie. Je suggereert dat de universiteit beter wordt, maar in werkelijkheid wordt ze alleen maar groter.

Het kan natuurlijk zijn dat ik net zo ouderwets ben als de titel op mijn diploma, maar ik denk dat je excellentie juist bereikt door de concentratie van talent. MIT en Harvard kunnen ook fuseren om te stijgen op de lijstjes, maar dat doen ze niet, omdat het niet leidt tot een daadwerkelijke stijging van het niveau van onderzoek en onderwijs.

De nieuwe universiteit zou zo’n 55.000 studenten kennen. Het merendeel van de top tien in het invloedrijke lijstje van Shanghai Jiaotong University heeft minder dan de helft van dat aantal. Caltech heeft er zelfs maar ruim 2000. De University of California heeft bijna 200.000 studenten, maar die zijn gesplitst over tien campussen, waarvan er vijf afzonderlijk de Shanghaise top honderd halen. Van die vijf staat Berkeley altijd het hoogst. Daar wordt namelijk het toptalent geconcentreerd.

Ook op onderwijsgebied is massa niet zaligmakend. De fusiegolf in het hbo van de afgelopen tien jaar heeft in elk geval de les opgeleverd dat kleinschaligheid zo zijn voordelen heeft bij de bewaking van de kwaliteit. Het dwingt bestuurders zicht te houden op de werkvloer, in plaats van zich te verliezen in van de werkelijkheid losgezongen onderwijsstrategieën.

Nu we het toch over bestuurders hebben: de drie universiteiten sturen, nog steeds volgens de NRC, ook aan op een gezamenlijke leiding. Dat kan natuurlijk op velerlei manieren. De TU Delft heeft al een gezamenlijke leiding met de Universiteit Twente en TU Eindhoven onder de noemer 3TU, maar die leiding bestaat uit het collectief van de afzonderlijke bestuurders (benieuwd overigens wat er van de 3TU wordt; vorig jaar werd in dat verband nog het woord ‘fusie’ in de mond genomen en door de betrokkenen met kracht ontkend). Het nieuwe trio zou kunnen kiezen voor een gezamenlijk college van bestuur, maar dikke kans dat dit leidt tot een extra bestuurslaag per campus daaronder. Dan is het netto resultaat een bestuur dat een stap verder van de werkvloer verwijderd raakt.

Als de krant gelijk heeft, komen de universiteiten een dezer dagen naar buiten met hun definitieve plan. Ik ben vooral benieuwd of er naast mooie voornemens ook harde keuzes in staan. Die zijn namelijk nodig om naast de massa ook de kwaliteit van de mega-universiteit te borgen. Laat ik het simpel zeggen: er is in Zuid-Holland plaats voor één topuniversiteit met 15.000 studenten en twee middelmatige universiteiten met samen 40.000 studenten, desnoods onder één bestuur volgens het Californische model.

De hamvraag is of de bestuurders de illusie koesteren dat ze een topuniversiteit met 55.000 studenten aan het creëren zijn. In dat geval is het risico levensgroot dat ze een Universiteit Inholland creëren. Een fusie van Leiden, Delft en Rotterdam is logisch, maar alleen als het resultaat geen moloch is.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 13, 2011.