Job Cohen: nooit politicus geworden

1808

Het zal menigeen ontgaan zijn, maar toen Job Cohen in 2010 lijsttrekker van de PvdA werd, was dit zijn debuut als volksvertegenwoordiger, dat wil zeggen als iemand die standpunten dient uit te venten om zich te onderscheiden van anderen.

Ja, hij was twee keer staatssecretaris geweest, de tweede keer niet eens met een makkelijke portefeuillie op vreemdelingenzaken. Maar bestuurder is iets anders dan volksvertegenwoordiger. Cohens bestuurservaring zat vooral op functies (rector magnificus van de Universiteit Maastricht en burgemeester van Amsterdam) waarin hij min of meer boven de partijen de boel bij elkaar moest houden, in plaats van uit elkaar spelen.

Daar waar volksvertegenwoordigers die mislukken als bestuurder schering en inslag zijn (kijk maar eens in het huidige kabinet) zijn bestuurders die het proberen als volksvertegenwoordiger sowieso zeldzaam. Het vergt volledig verschillende vaardigen. Cohen wist dat, toen hij eraan begon, en laten we eerlijk zijn: iedereen wist toen hij lijsttrekker van de PvdA was, dat dit was om premier te worden. Daarvoor was hij geschikt, voor oppositieleider niet.

Wouter Bos maakte de juiste inschatting in 2003, toen hij Cohen naar voren schoof als kandidaat premier. Ergens is de partij (en Cohen zelf) het spoor bijster geraakt en heeft gemeend dat de burgemeester van Amsterdam ook wel parlementair straatvechter kon worden.

Hopelijk krijgt de lepe debater die het van Cohen gaat overnemen (en die ongetwijfeld weer peilingen omhoog zal zien gaan, want de kiezer houdt van spektakel) niet het idee dat zijn doelpunten in de Tweede Kamer hem geschikt maken als bestuurder. Job Cohen blijft namelijk de beste premierskandidaat die de PvdA in huis heeft. (sg)