De wetenschap van het godsbewijs

1828

Ha, godsbewijzen in het nieuws! VU-promovendus Emanuel Rutten meent een nieuwe te hebben gevonden. Reden genoeg voor atheïstische amateurlogici om zich op te winden, maar voor wetenschapsfilosofen als ik is het natuurlijk hartstikke interessant. Rutten is niet op zijn achterhoofd gevallen en mag zich verheugen in internationale, wetenschappelijke aandacht.

Godsbewijzen zijn zeer nauw verbonden met de opkomst van de moderne wetenschap. Toen Aristoteles in de loop van de middeleeuwen herontdekt werd, ontstond ook grote belangstelling voor zijn theorie van de ‘eerste beweger’ (prime mover / first cause in het engels). Volgens Aristoteles werd iedere beweging veroorzaakt door iets anders, hetgeen hem ertoe aanzette te zoeken naar iets of iemand die het eerste zetje had gegeven. Dat leidde hem naar de ‘eerste beweger’, degene die bestond zonder oorzaak, ofwel God. De eerste beweger moest immaterieel zijn, want materie kan gemanipuleerd worden en God niet.

Vele groten der wetenschap, onder wie Descartes en Newton, zouden na de middeleeuwse theologen op zoek gaan naar de ‘eerste beweger’ – sterker nog, dat was vaak de motivatie van hun onderzoek: de wetten van Newton zijn onderdeel van zijn poging om vanuit observaties een logische redenering op te zetten die naar de eerste beweger leidt. De laatste stap was noodzakelijkerwijs abstract, omdat je met God de materiële werkelijkheid verliet. Deze stap had uitgangspunten nodig, waarbij het de kunst was uitgangspunten te vinden die moeilijk te weerspreken waren en dan een strikt logische redenering naar God op te zetten (daar is niks geks aan, ook de wiskunde is gebaseerd op een aantal axioma’s die niet bewijsbaar zijn, maar aanvaard moeten worden).

Dit soort redeneringen heten Godsbewijzen, maar eigenlijk zijn ze abstracter. De filosofische vraag is of de keten van oorzaak en gevolg ergens eindigt bij een eerste zetje, of dat het anders zit. In zekere zin is deze vraag ook de drijvende kracht achter de kosmologie: de Big Bang Theorie is ook een zoektocht naar de eerste beweger. Helaas lukt het niet om helemaal naar dat begin toe te rekenen, zodat de wetenschap op dit punt ook overvloeit in metafysica.

Eerlijk gezegd ben ik niet helemaal thuis in de jongste stand van zaken in de filosofie van de eerste beweger, dus ik kan de verkorte weergave van Ruttens redenering niet goed op waarde schatten. Maar als die werkelijk nieuw is, heeft hij zijn cum laude in de zak, net zo goed als iemand die een nieuwe snaartheorie bedenkt. Het hoeft niet per se waar te zijn, maar het is wel een intellectuele prestatie van formaat.