Evolutieleer zonder vonk

1847‘Levenswerk’ van Nick Lane is een degelijk boek over de verschillende stadia van de evolutie, maar ontbeert het vuur van de echte verteller.

Het is een bekende tijdschriftentruc: maak een lijstje. De tien beste zus, de vijf opvallendste zo. Dat er vervolgens weinig opmerkelijks in het lijstje staat, doet er weinig toe. Mensen zijn nu eenmaal dol op de suggestie van overzichtelijkheid. Dat werkt vast ook met boeken, moet bioloog en wetenschapsjournalist Nick Lane gedacht hebben, toen hij ‘Levenswerk, de tien sterkste staaltjes van de evolutie’ schreef.

Die tien staaltjes zijn – laten we ze meteen maar weggeven – het begin van het leven, dna, fotosynthese, de complexe cel, seks, beweging, gezichtsvermogen, warmbloedigheid, bewustzijn en dood. Dat lijstje is niet erg origineel, het zijn allemaal onderwerpen die op de middelbare school aan bod komen. Ook bij nader inzien bevat het boek inhoudelijk geen verrassingen. Dus komt het aan op de uitvoering.

Die valt helaas een beetje tegen. Het is allemaal goed geschreven, de uitleg is helder, er zijn anekdotes om het verhaal te verluchtigen – en toch wil het maar niet gaan sprankelen. Neem het hoofdstuk over seks. De binnenkomer is de overbekende dialoog tussen toneelschrijver Bernard Shaw en een actrice, die voorstelt dat ze samen een kind krijgen, ‘met mijn uiterlijk en uw hersenen’. Waarop de auteur riposteert: ‘Ja, maar wat als het een kind wordt met mijn uiterlijk en uw hersenen?’

Nog een anekdote verder is het afgelopen met de pret en begint een betoog over de genentombola van de voortplanting, erfelijke aandoeningen, geslachtsziekten, kolibries, Mendel, Darwin en meer verantwoorde biologische praat, met zinnen zoals: ‘Als we alle van een seksuele voorouder afstammen, die weer afstamde van aseksuele bacteriën, moet er een flessenhals geweest zijn waardoor alleen seksuele eukaryoten zich konden persen’.

Naar mate het boek vordert en de onderwerpen te ingewikkeld worden om uitputtend te behandelen, komt Lane los van de schoolmeestertoon, die stap voor stap uitlegt. Dan is het echter te laat om het verhaal tot leven te brengen.

In de epiloog breekt Lane nog eens een lans voor evolutieleer: dat is echt de beste verklaring voor het leven op aarde. Of dit ook betekent dat God niet bestaat, laat hij expliciet in het midden. Zo illustreert hij mooi wat er ontbreekt in het boek: overtuiging. ‘Levenswerk’ is een keurig, niet aanstootgevend boek, dat in tien hoofdstukken de stadia van de evolutie uitlegt. Het ontbeert echter de polemiek van Richard Dawkins of het vertelplezier van Bill Bryson, die het leesgenot van een populair wetenschappelijk boek maken. Vooral aan te bevelen als je een opfriscursus biologie nodig hebt – en natuurlijk als je domweg dol bent op lijstjes.

Nick Lane, Levenswerk, de tien sterkste staaltjes van de evolutie’. Veen Magazines, 2011.