Portret van de cybermaffia

1851Dark Market was een website waar hackers creditcardnummers en andere lucratieve informatie met elkaar verhandelden – tot een FBI-infiltrant de zaak ontmantelde. Het boek van Misha Glenny erover leest als een thriller.

Zoals een goede James Bond film begint ‘Dark Market’ in Engeland, waar de systeembeheerder van een chemisch bedrijf vreemde activiteiten signaleert op het werkstation van een van de ingenieurs. Hij besluit met beheersoftware een kijkje te nemen op het werkstation en ziet een enorme brij aan cijfers voorbijtrekken, overduidelijk financiële informatie: rekeningnummers, passwords, credit cards. De beheerder gaat ermee naar zijn baas, die onmiddellijk de politie belt.

De lokale inspecteur neemt de uit Nigeria afkomstige ingenieur in hechtenis, doorzoekt diens appartement, maar kan de enorme hoeveelheid bewijsmateriaal verder moeilijk duiden. Dus belt hij met de landelijke cyberpolitie en vraagt of iemand toevallig bezig is met een zaak waar een zekere Freddy Brown bij betrokken is, want die heeft hij net gearresteerd. Aan de andere kant is het stil. Ze hebben freddybb te pakken, een van de grote vissen van Dark Market.

Hierna springt het boek van journalist Misha Glenny als een spionagethriller terug in de tijd en van de ene plek op de wereld naar de andere. Eerst naar de Oekraïne, waar hacker Script de website CarderPlanet begint, een discussieforum over creditcardfraude, dat het model wordt voor alle andere die volgen. Door naar Silicon Valley, waar een cyberagent via een fraudezaak bij softwarefabrikant AutoDesk op het spoor van Boa komt, een van de actiefste leden van CarderPlanet. Boa wordt gearresteerd op Cyprus, Script in Odessa.

CarderPlanet gaat ten onder, maar slechts een fractie van de forumleden is gearresteerd. De rest zoekt nieuwe fora. Een daarvan is Dark Market, opgericht door de Turkse hacker Cha0. Het wereldje hangt van achterdocht en bedrog aan elkaar. Wie nieuw is op een forum moet zich eerst bewijzen door gekraakte gegevens aan te leveren en moet dan veel tijd investeren om het vertrouwen te winnen van de anderen.

Ze heten JiLsi, Master Splyntr, Theeel, Lord Cyric, Matrix001, Blade, Dron, enzovoort, en ze zijn voortdurend op hun hoede, terwijl ze grof geld verdienen met de handel in credit cards. Maar ook weer niet genoeg op hun hoede om te beseffen dat Master Splyntr, die binnen Dark Market de hoogste rang heeft, in werkelijkheid een FBI-agent is. In een golf van zestig arrestaties wereldwijd gaat Dark Market ten onder, een van de grootste overwinningen op de cybermaffia ooit.

Wat ‘Dark Market’ zoveel fascinerender maakt dan de doorsnee thriller waarin een criminele organisatie opgerold wordt, is niet alleen dat het allemaal echt gebeurd is, maar vooral dat het karakter van de organisatie zo fluïde is. De leden kennen elkaar alleen onder pseudoniem, er is geen onderlinge hiërarchie, maar wel een subtiele meritocratie. Daardoor is het ook niet mogelijk een club als Dark Market, die op het hoogtepunt 2000 leden kende, werkelijk uit te schakelen. Voor iedere kop die je eraf hakt, groeien er nieuwe aan – een verontrustende boodschap.

Misha Glenny heeft veel van de hoofdrolspelers van Dark Market, aan beide zijden van de wet, zelf gesproken. Dat leidt tot een knap staaltje journalistiek, dat bovendien in een spannend verhaal gegoten is. Dark Market biedt een intrigerend inkijkje in de wereld van cybercriminaliteit en eindigt bovendien met een cliffhanger: wie is de ontsnapte tophacker Lord Cyric, en wat spookt hij momenteel uit?

Misha Glenny, Dark Market. Ambo Anthos, 2012.