Drones

1908

Heeft u al een drone? Ik niet. Maar dat zegt niet zoveel, want ik heb ook pas sinds kort een smartphone en die gebruik ik nauwelijks. Ik weet wel hoeveel zo’n vliegende robot kost. Voor 500 euro heb je een aardige Arducopter, een open source multicopter (dat is een helicopter met meer dan één rotor) met de doorsnee van een autoband. Je kunt ook een veelvoud uitgeven, natuurlijk, goed voor urenlang vliegplezier met een stabielere drone die zwaardere spullen kan dragen. Je kunt de Arducopter op afstand besturen, maar er zit ook een automatische piloot bij die vanzelf om obstakels heen naar de bestemming vliegt.

Drones zijn de laatste tijd in het nieuws om twee redenen. Ten eerste door de grootschalige militaire inzet in met name Pakistan en Afghanistan. Het wordt steeds makkelijker om te moorden zonder zelf risico te lopen – de drone is eigenlijk precies het tegenovergestelde van de zelfmoordterrorist. De tweede reden is de toenemende inzet door opsporingsdiensten. Dat geeft privacyvraagtekens.

In beide gevallen kun je er donder op zeggen dat deze ontwikkeling door zal gaan. Militairen zullen meer en meer drones gaan inzetten. Naar mate de technologie toegankelijker en goedkoper wordt, zullen opstandelingen en terroristen hen ook gebruiken. De strijd politie versus privacy is al lang gestreden: een grote meerderheid van de mensen offert graag privacy op om de pakkans van criminelen en hooligans te verhogen.

Interessanter is de vraag wat je nog meer kunt met drones. Natuurlijk, ze zijn handig voor televisiemakers die mooie plaatjes willen schieten, en professionals die iets moeten inspecteren dat anders slecht bereikbaar is, zoals de turbinebladen van een windmolen. Dat is allemaal gebruik in een hele specifieke context, buiten het dagelijkse leven. Toch denk ik dat we ook daaraan zullen wennen.

Het zal beginnen met toepassingen ‘waar je toch niet tegen kunt zijn’. Denk aan een apotheker die medicijnen in noodgevallen met spoed wil bezorgen. Die paar minuten verschil met de scooter kunnen het verschil tussen leven en dood betekenen. Wanneer de brandweer een drone vooruit wil sturen bij een alarm, kan de overheid ook niet weigeren.

We zullen wennen aan drones boven onze straten voor noodsituaties. Vervolgens vallen er een paar uit de lucht en roepen we om restricties. Dan komen er sterkere kwaliteitseisen, die aanvankelijk de prijzen omhoog drijven. Een paar bedrijven met belangrijke maatschappelijke taken, zoals het energiebedrijf, nemen ze in dienst. Kosten dalen, de technologie ontwikkelt zich door. Britse militairen in Afghanistan hebben al drones van handgrootte in dienst voor verkenningsdoeleinden. De drempel voor toepassing wordt ongetwijfeld steeds lager.

Vorig jaar stond het internet even bol van de TacoCopter: bestel met je mobieltje een taco, geef je gps coördinaten door en je lunch wordt per drone bezorgd. Briljant idee van drie ondernemers in Silicon Valley, maar helaas illegaal in de Verenigde Staten, waar commercieel gebruik van drones vooralsnog totaal verboden is. De wetgeving in de VS wordt momenteel aangepast. In Europa is de wet losser. In Nederland hebben we de Regeling Modelvliegen. Die zegt dat een Arducopter gewoon in de achtertuin mag opstijgen, mits je visueel contact houdt met het ding. Hem in z’n eentje door de stad laten vliegen mag dus niet.

Maar goed, een beetje inbreker heeft lak aan de wet, dus die zal graag zo’n apparaat op pad sturen om de buurt te verkennen. Het kan hem ook niet zoveel schelen dat zo’n multicopter bij gebrek aan fatsoenlijke airbag nogal wat schade op de grond kan aanrichten. Naast taco’s kun je er ook uitstekend cocaïne mee distribueren, schat ik in. En als dat allemaal gebeurt, waarom zou je als eerzame bewoner of winkelier geen drone in de lucht mogen houden naast je bewakingscamera?

Kortom, begint u maar vast te wennen aan drones bij u in de wijk. Het kan, dus het gaat gebeuren.

Eerder verschenen in De Ingenieur nr 5/6, 2013