Ik schaam me helemaal niet diep

1921

Ooit, toen afdelingen van Amnesty International geen binnenlandse campagnes mochten voeren, schreven de leden brieven vol ingehouden verontwaardiging en woede. Die stuurden ze dan naar een dictator om voor de vrijlating van een politiek gevangene te pleiten. De bedoeling was dat de dictator, geconfronteerd met zijn daden, zich zo zou schamen dat hij aan de oproep gehoor gaf. Soms werkte dat, soms ook niet.

Vandaag kreeg ik als trouw lid een krantje met opnieuw een oproep voor de campagne Ik schaam me diep. De campagne richt zich tegen de schrijnende situaties in Nederlandse vreemdelingendetentie, waar staatssecretaris Fred Teeven voor verantwoordelijk is. Ik vind inderdaad dat Teeven zich dient te schamen.

Maar zelf schaam ik me niet. Ik ben eerder verontwaardigd. Misschien is dat een tekortkoming van mij, zou ik me wel degelijk moeten schamen, omdat Nederland een democratisch land is en Teeven dus ook namens mij mensen doelloos opsluit. Soms schaam ik me ook werkelijk voor Nederlands beleid, maar dat is als ik het aan buitenlanders moet uitleggen. Ik zou best tegen een ten onrechte opgesloten ‘illegaal’ willen vertellen dat ik me schaam voor wat hem wordt aangedaan. Maar niet tegen Fred Teeven.

De regering verdient onze schaamte niet. Ze verdient onze toorn, onze kolere, onze minachting wellicht. Met die aantekening heb ik ouderwets ingehouden petitie getekend. Dat dan weer wel.