Said el Haji – Sta op en leef, vader

Iedere man gaat milder naar zijn vader kijken zodra hij zelf een zoon heeft. Said el Haji debuteerde dertien jaar geleden met de roman ‘De dagen van Sjaitan’, een autobiografische afrekening met het (goddelijke) gezag in het algemeen en zijn vader in het bijzonder. Nu is er een bundel essays, ‘Sta op en leef, vader’, deels voorgepubliceerd in de Volkskrant, waarin hij met een zekere weemoed omkijkt. De oudere Said ziet nog steeds de tiran van weleer, maar daarnaast zoveel meer.

Eigenlijk is het helemaal geen essaybundel, maar een verzameling korte verhalen met een paar verdwaalde opiniestukken ertussen. Die stukken, waarin hij bijvoorbeeld reageert op Femme de la Rue en een brief van Mohammed Cheppih, zijn aardig, maar zullen de tand des tijds niet doorstaan. Dit boek moet je lezen om de familieportretten.

Maak bijvoorbeeld kennis met de oudste broer Farid, die een fiets cadeau krijgt als hij overgaat naar de vijfde klas. Als oudste heeft hij een bevoorrechte positie, die hij invult door verantwoordelijkheidsbesef te tonen. Toch probeert ook hij onder het vaderlijke juk uit te komen. In een paar bladzijden wordt de strijd tussen vader en zoon invoelbaar, de drang naar vrijheid versus de angst voor roekeloosheid. Het is een strijd die uiteindelijk het hele gezin aangaat.

‘De wereld waarin mijn ouders opgroeiden tolereerde geen kwetsbaarheid’, noteert Said aan het begin van een verhaal over de uithuwelijking van zijn moeder. ‘Het kwam aan op overleven, want de Rif verkeerde in stiefmoederlijke omstandigheden. (…) Maar eigenlijk was overleven niet genoeg. Wat heeft een mens aan overleven als hij niets meer heeft om trots op te zijn? Volharding was de enige weg naar superioriteit, want zo kon men ondanks alle vernederingen met een gerust hart sterven.’

Dat is geen besef waar je iets aan hebt als tiener, wanneer de koranlessen je de keel uit hangen, maar het helpt je wel later met mildheid terug om te zien naar een vader die al blij was dat hij tenminste iets had om zich aan vast te klampen. Als deze bundel iets toont, dan is het dat niet alleen de tweede generatie immigranten in de kloof tussen twee culturen belandde, maar ook de eerste generatie worstelde om zich aan te passen. De jongste broer Mohammed werd al niet meer opgevoed door een toornige patriarch, maar een rechtvaardige man.

Het is materie waar al het nodige over geschreven is, zowel in essay- als in romanvorm. Said el Haji laat in ‘Sta op en leef, vader’ zien dat hij op zijn sterkst is als romancier – en dat hij in dit thema met de besten mee kan. (sg)