Hackers in biotechnologie

1964Bij hackers denk je in de eerste plaats aan whizzkids die handig zijn in het manipuleren van computercode zonder dat iemand anders het merkt, soms met goede, soms met kwade bedoelingen. Als Allessandro Delfanti, hoogleraar te Milaan, het heeft over biohackers bedoelt hij echter niet zozeer de onderzoekers die knippen en plakken met DNA, maar mensen die proberen het vakgebied overhoop te halen met hun roep om openheid.

Natuurlijk zijn er altijd wetenschappers geweest die informatie achterhielden voor hun collega’s, maar de laatste decennia is geheimzinnigheid bijna een norm geworden in het academische bedrijf, redeneert Delfanti. Onderzoekers publiceren bijvoorbeeld genoeg om credits te halen, maar willen wel voorkomen dat anderen vervolgonderzoek kunnen uitvoeren waar ze zelf nog mee willen scoren. Het vastleggen van patenten wordt zelfs aangemoedigd. Wetenschap gaat niet langer meer over het verwerven en delen van zoveel mogelijk kennis.

Gelukkig is er een tegenbeweging. Open source, ontstaan in de computerwereld, strekt zich meer en meer uit tot andere terreinen, zoals de levenswetenschappen. In zijn boek ‘Biohackers, the politics of open science’ laat Delfanti het belang van die tegenbeweging zien, zonder radicaal te worden: establishment en uitdagers hebben elkaar nodig om scherp te blijven.

Delfanti bouwt zijn betoog op rond een drietal voorbeelden. De eerste is het project Sorcerer II van Craig Venter, de man die zijn naam maakte met de ontrafeling van het menselijk genoom. De Sorcerer II, het jacht van Venter, zeilde bijna twee jaar de wereld rond om monsters te nemen van het mariene microleven. Alle data werd na afloop vrij gegeven.

Het tweede voorbeeld is Ilaria Capua, een Italiaanse onderzoekster die het opnam tegen de wereldgezondheidsorganisatie WHO, die data over de vogelgriep alleen aan bevriende onderzoeksgroepen wilde afstaan. Capua startte haar eigen database, haalde collega’s over zich aan te sluiten en dwong zo de WHO om haar databasebeleid aan te passen.

Als derde voorbeeld noemt Delfanti DIYbio, een groep amateurbiologen die zich tot doel gesteld heeft eenvoudige en goedkopen technieken voor biotechnologisch onderzoek te ontwikkelen, om zo het monopolie van kapitaalkrachtige partijen op dit vlak te breken. Revolutionair onderzoek levert het nog niet op, wel veel discussie.

Discussie is precies waar het Delfanti om te doen is. Biotechnologie is een vakgebied met enorme potentie en impact, maar de manier waarop het nu georganiseerd is, concentreert teveel macht in een beperkt aantal handen. Hackers zijn nodig om de geslotenheid te doorbreken, zoals het ook hackers waren die internet openbraken voor het grote publiek. ‘Biohackers’ is een interessant boek over een uiterst relevant onderwerp. Helaas is het nogal taai en valt Delfanti vaak in herhalingen. Als het half zo dik was geweest, zou de boodschap beter zijn overgekomen.