Het referendum als een vorm van populisme

1963Het scheelde een haartje of het afgelopen GroenLinks congres had op instigatie van jongerenorganisatie Dwars het correctieve referendum en het referendum over nieuwe verdragen uit het Europese verkiezingsprogramma geschrapt. Mij viel vooral op dat de argumentatie van beide zijden uiterst mager was.

Tegenstanders van het referendum menen dat de burger niet in staat is om een ingewikkelde kwestie als een Europese verdragswijziging te begrijpen en dat je de beslissing daarover dus aan professionals moet overlaten. Dit is kolder. Ook partijprogramma’s bij lokale verkiezingen worden door de burger niet doorgrond. Het gros van de burgers is matig geïnformeerd en kiest op intuïtie. Hun mening desondanks serieus nemen, is de kern van de democratische gedachte.

Het argument van de voorstanders, dat burgers heus wel weten wat ze doen, is evengoed kolder, zij het om een andere reden. Een Europese verdragswijziging is een complex stuk dat (op een enkele dappere poging na) door niemand werkelijk te begrijpen valt. Wanneer je de burger vertelt dat hij niettemin een weloverwogen keuze moet/kan maken, houd je hem voor de gek.

Zo wordt het referendum een vorm van populisme, het naar de mond praten van de burger met standpunten waarvan je weet dat ze niet waar te maken zijn. Het referendum over de grondwet van 2005 is daar een mooi voorbeeld van. Een door regeringen uitonderhandelde tekst is een trein die zo hard voort dendert, dat het volksverlakkerij is om te suggereren dat die met een referendum nog te stoppen valt. Zo’n referendum is bij uitstek het niet serieus nemen van de burger (die dat donders goed doorheeft).

Dwars had dus gelijk met het voorstel om het referendum over verdragswijzigingen af te schieten, al deugde de motivatie niet. Het probleem is niet gebrek aan inzicht bij de burger. Het probleem is dat hij op een te laat tijdstip wordt lastig gevallen met een onmogelijke vraag.

Zinvolle referenda gaan vooraf aan majeure besluitvorming, in plaats van dat ze achteraf iets legitimeren of corrigeren (net zoals parlementsverkiezingen bedoeld zijn om de bevolking te vragen naar gewenst beleid voor de toekomst, niet als finale go/no-go voor het demissionaire kabinet). Het draagvlak voor de invoering van de euro, bijvoorbeeld, zou enorm zijn toegenomen wanneer die concrete vraag ruim tevoren in een referendum was voorgelegd.

Eenvoudig gezegd: een referendum is alleen een democratisch instrument als de uitslag dwingende input is voor het politieke proces, niet als het slechts dient om te sjorren aan haast voldongen feiten. Inderdaad, zo’n referendum gaat schuren met de vertegenwoordigende democratie, omdat het zal voorkomen dat burgers iets willen waar geen meerderheid voor bestaat in het parlement dat ze (tegelijkertijd) kiezen. Maar het is tenminste geen wassen neus.