De plek van God in een proefschrift

Dankbaarheid is geen wetenschappelijk begrip. Het is immers niet een objectief verschijnsel, maar een subjectieve gemoedstoestand die zich onttrekt aan kilogrammen, seconden, ampères of andere erkende meeteenheden. Er valt dus veel voor te zeggen dat een dankwoord niet thuis hoort in een proefschrift. De dissertatie is immers het bewijs van wetenschappelijk vakmanschap waarmee de jonge gezel zich de evenknie van zijn meesters toont.

De Wageningse promovendus Jerke de Vries had daarom het grootste gelijk, toen hij het complete dankwoord uit zijn proefschrift scheurde in reactie op de instructie van zijn universiteit jegens wie hij zijn dankbaarheid mocht tonen. De Vries wilde God bedanken en dat mocht niet. Door het complete dankwoord te schrappen kon hij alsnog promoveren.

Daarmee zou de kous af kunnen zijn, ware het niet dat de zaak een fundamentele zwakheid van de universiteit aan het licht brengt: het onvermogen om op de juiste plek de lijn te trekken tussen wat wetenschap is en wat niet. Dat is ernstig genoeg om de affaire een staartje te doen krijgen.

Dankbaarheid

Het staat buiten kijf dat voor God geen plaats is in de wetenschap, om dezelfde reden waarom dat voor bijvoorbeeld dankbaarheid en liefde geldt: het is geen meetbare grootheid. Dat zal ook (bijna) iedere gelovige beamen. Natuurlijk, als je daar behoefte aan hebt, kun je geloof of liefde proberen uit te drukken in elektrochemische signalen die door het brein buitelen, maar geen gelovig of verliefd mens zal in een hersenscan de essentie van zijn gevoelens herkennen.

In een seculiere samenleving hebben mensen, dus ook wetenschappers, meer moeite zich iets bij God voor te stellen dan bij liefde of dankbaarheid. Daar kun je van alles van vinden, maar de grens van het menselijke voorstellingsvermogen wordt evenmin in kilogrammen of seconden uitgedrukt. Wat een onderzoeker zich wel of niet kan voorstellen, mag daarom geen invloed hebben op wat hij als wetenschap beschouwt. Alleen de meetbaarheid telt.

Dit is waar de Wageningse universiteit de fout in gaat: door dankbaarheid jegens God als onwenselijk te isoleren uit het scala van subjectieve menselijke ervaringen, legt ze een irrelevante scheidslijn tussen wat volgens haar past in een wetenschappelijke context en wat niet. De Vries begrijpt dat kennelijk beter dan zijn meesters en heeft zijn doctorstitel dus dubbel en dwars verdiend.

Update 12 maart: een iets uitgebreidere versie van deze post verscheen vandaag in Trouw.

Update 13 maart: Wageningen UR past het beleid aan, waarvoor thumbs up.