De PvdA en loszingen van de samenleving

2012Nu kun je veel vinden Tunahan Kuzu en Selcuk Öztürk, maar zij waren wel het soort PvdA’er dat veel op straat te vinden was, dat wil zeggen nauw in de gaten hield wat de achterban ergens van vond en dat naar Den Haag bracht. De achterban was verbolgen over iets wat PvdA-kroonprins Lodewijk Asscher gezegd had. Kuzu en Öztürk brachten het luid en duidelijk over – en toen werden ze uit de fractie gezet.

Voor ik inga wat het incident zegt over wat de PvdA bedoelt met ‘de straat op gaan’ even nog dit: Kuzu en Öztürk hebben een punt. Asscher had gezegd dat conservatieve organisaties als Milli Görüs de Turkse identiteit versterken, zodat hun achterban zich zou kunnen afkeren van de Nederlandse samenleving. Dat is niet per se onwaar, maar hetzelfde gaat op voor allerlei clubjes die zich op etnische, religieuze of politieke gronden verenigen. Wanneer je vervolgens een bepaalde etnisch-religieuze groep eruit pikt om streng toe te spreken, zoals Asscher deed, moet je niet gek opkijken dat je boze reacties krijgt. De betreffende Turkse organisaties houden zich immers aan de wet en het is niet aan de staat om te bepalen hoe mensen hun identiteit beleven.

Maar goed, wat zegt het incident over de PvdA in het licht van het rapport Politiek van Waarde (pdf), dat toevallig tegelijkertijd het licht zag? Ten eerste natuurlijk dat de partij mensen op de lijst gezet heeft om stemmen van hun achterban te trekken in de verwachting dat ze verder op hun backbench hun mond zouden houden (Öztürk ken ik niet, maar Kuzu was daar in de Rotterdamse gemeenteraad behoorlijk goed in geslaagd). Maar ten tweede dat ze niet geacht werden te doen waar ze nu juist wél erg sterk in zijn: luisteren naar de achterban.

Nu kun je vinden dat politici die te nauw luisteren naar een specifieke achterban cliëntelisme bedrijven, maar Politiek van Waarde constateert juist dat het hier binnen de PvdA aan ontbreekt. Vandaar dat het rapport stelt:

Een partij die haar agenda van onderop wil opbouwen moet zich ook zo organiseren. Het betekent dat volksvertegenwoordigers zich niet specialiseren in beleid, maar in het opbouwen van contacten in de samenleving. Politiek begint bij het signaleren van onrechtvaardigheden. Het betekent dat de partij een netwerkpartij is die goede contacten heeft met verenigingen, met belangenorganisaties, met bewonersinitiatieven. Zo wordt de antennefunctie van de partij versterkt en kan de politieke agenda van onderop worden bepaald.

Het staat er mooi (al zit er een impliciete aanname in dat volksvertegenwoordigers per definitie op afstand staan van de samenleving), maar met evenveel overtuiging stelt het rapport: buig niet voor de tijdgeest, buig de tijdgeest om. Er is zelfkritiek, maar vooral treurnis dat de partij niet meer het seks-appeal van vroeger heeft. En o ja, er is een kleine lofrede op Lodewijk Asscher, de enige politicus in het rapport die bij naam genoemd wordt. Je zou haast gaan denken dat wat de PvdA oppikt uit de samenleving wel in het straatje moet passen.

Er zullen best harde woorden gevallen zijn in de vergadering die Kuzu en Öztürk de kop kostte. Mensen zullen beledigd zijn, vertrouwen beschadigd. Maar in een gezonde partij, met antennes voor wat leeft in de samenleving, was het zo ver niet gekomen. De kroonprins had de kritiek ingecalculeerd en geïncasseerd. De fractie was niet over de rooie geraakt van dissidente meningen. Als je juist op de dag waarop je je voorneemt beter te luisteren, twee mensen de laan uit stuurt omdat ze iets gezegd hebben, belooft dat weinig goeds. (sg)