Codex van Hammurabi: dood of dokken

Omdat ik nog een beetje in een oudheidkundige bui was na het lezen van Israel verdeeld, haalde ik de Codex van Hammurabi uit het rijtje nog te lezen boeken. Ik hikte daar een beetje tegenaan, omdat ik hem in een impuls in het Duits gekocht had, toen ik afgelopen zomer in Berlijn was. Zo geweldig is mijn Duits niet.

Hoe dan ook, de Codex is een 3700 jaar oud Babylonisch wetboek in de vorm van een gigantische steen met spijkerschrift inscriptie. Mensen konden die zich laten voorlezen om te weten waar ze recht op hadden. Het grootste deel van de voorschriften gaat dan ook over conflicten tussen burgers. Er is wel een paar keer sprake van rechters, maar die komen pas in stelling als de regels tekort schieten.

Het interessantste aan zo’n tekst is natuurlijk wat er allemaal geregeld wordt, omdat dit aangeeft wat indertijd de zaken waren waar men onenigheid over kreeg. De belangrijkste onderwerpen onder de 282 regels zijn familierecht en handelsrecht. Die regels koppelen allemaal een gebeurtenis aan een straf. Bijvoorbeeld: wie een ander een oog uitsteekt, hem zal een oog uitgestoken worden (tenzij die ander een slaaf is, dan moet de aankoopprijs vergoed worden). Maar ook: als een aannemer een slecht huis oplevert, waardoor het instort en de koper doodt, dan wordt de aannemer gedood. Sterft de zoon van de koper, dan wordt de zoon van de aannemer gedood.

Bruidsschat

Ook een fraai inkijkje in de toenmalige belevingswereld: als een man de bruidsschat al betaald heeft aan de vader van de bruid, maar hij bedenkt zich en wil het meisje toch niet hebben, dan krijgt hij de bruidsschat terug. Is het de vader die zich bedenkt en zijn dochter toch niet wil uithuwelijken, dan moet hij de bruidsschat dubbel terug betalen. De Codex regelt zoveel eventualiteiten aangaande bruidsschatten dat je zeker kunt zijn van de grote vraag naar dit soort regelgeving. Wat mij opviel is dat er naast een paar misdaden waar verminking op staat, de meeste bestraft worden met een geldboete of de dood.

Met mijn Duits bleek het wel goed te zitten – al zijn er moeilijker teksten denkbaar dan de korte paragrafen van de Codex. Het is geen voor de hand liggende literatuur om lekker in de trein te lezen, maar ik ben er in één middag doorheen gevlogen.