Jona Lendering – Israël verdeeld

Noch bij geschiedenis, noch bij latijn, noch bij godsdienst kwam het aan bod: de geschiedenis van het Joodse volk tussen de gebeurtenissen in de Bijbelboeken Ezra en Nehemia (vijfde eeuw voor Christus) en de verwoesting van de tempel door de Romeinen (70 na Christus). In de tussentijd kwam Alexander de Grote langs en ik had me nooit werkelijk gerealiseerd dat dit de boel ook behoorlijk op zijn kop gezet moet hebben.

Kortom, Israël verdeeld van Jona Lendering vulde een enorme leemte in mijn kennis. Lendering behandelt de periode van ruwweg 200 voor Christus tot de decennia na de verwoesting van de tempel, die de scheiding der wegen tussen Joden en christenen zagen. Met name dankzij de ontdekking van de Dode Zee rollen bij Qumran is er de laatste jaren ontzettend veel meer informatie beschikbaar gekomen over de denkwereld van die periode.

In de aanloop naar de vreedzame tijd rond het optreden van Jezus onder keizer Tiberius komt een bonte stoet van priesters en legerleiders voorbij, die elkaar allemaal het licht in de ogen niet gunden, terwijl het gewone volk zuchtte onder belastingen. In die zin wijken de gebeurtenissen in Judea niet af van die op andere plekken in de oudheid. Het grote verschil zat in de tempel te Jeruzalem, meer precies in de offers die daar gebracht werden. Wie daaraan tornde kon er zeker van zijn een rebellie onder de Joden te veroorzaken. Maar wie ze vervolgens op sabbat aanviel, hoefde nauwelijks tegenstand te verwachten, want dan mochten ze niet werken – althans, sommigen, want er was discussie over de reikwijdte van de sabbatsrust.

De kern van Lenderings betoog is dat de Joodse traditie rond het begin van de jaartelling veelzijdig en diffuus was. Er was een rijkdom aan boeken en tradities, maar geen gecanoniseerd geloof. De sadduceeën stelden het offer in de tempel centraal en stonden een absolute sabbatsrust voor, de farizeeën waren verder iets rekkelijker in de interpretatie van de Wet, de essenen vonden de tempeltypes corrupt. De volgelingen van Jezus pasten prima in die gefragmenteerde Joodse traditie, al waren er onder het bewind van keizer Claudius in Rome al rellen tussen Joden onderling “vanwege een zekere Chrestos”. Pas na de vernietiging van de tempel zorgde de algehele crisis in het Jodendom (maar ook een Romeinse belastingmaatregel) voor het ontstaan van twee afzonderlijke religies.

Lendering vertelt het allemaal met een grote levendigheid, al ontkomt hij er vanwege de gebrekkige hoeveelheid bronnen niet aan af en toe te speculeren om een hiaat te vullen. Er ging geen bladzijde voorbij zonder dat ik iets nieuws leerde.