Microkrediet (4): toiletten en lampen

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de vierde van vijf verslagen.

Meer mensen in India hebben een mobiele telefoon dan een toilet. Twee derde moet zijn behoefte in het openbaar doen. Een kwart van de bevolking heeft geen elektriciteit. De rest heeft een onbetrouwbare voorziening. Met name het aanpakken van water en riolering vormen een topprioriteit voor de nieuwe regering. In augustus dit jaar moeten alle scholen in het land een toilet hebben.

Toiletloze burgers kunnen subsidie krijgen voor een toilet aan huis. Zelf moeten ze ook geld op tafel leggen. Hebben ze dat niet, dan is microkrediet een optie. Storm loopt het nog niet. Een toilet is immers een kostenpost, niet een onderneming waarmee je geld verdient om de lening terug te kunnen betalen (en de schoonmaak blijft geld kosten). Er is bovendien een significante culturele barrière.

Van mannen hoeft het meestal niet zo. Ook Nederlandse mannen hebben tenslotte vaak geen probleem met wildplassen. Poepen op een toilet is voor watjes. Het is daarom vooral een vrouwending, niet in het minst omdat er een correlatie is tussen de afwezigheid van toiletten en de verkrachtingsepidemie. Naast een financiële impuls is dus ook een morele impuls nodig. De Indiase premier Modi begrijpt dat gelukkig.

Aanpakken van het elektriciteitstekort is in de eerste plaats een groot infrastructureel project, maar ook hier is voor microkredieten een plaats, namelijk met het oog op decentrale opwekking. Een zonnecel, een batterij en een rijtje leds zijn genoeg om huishoudens van licht te voorzien. De kosten zijn terug te verdienen door de besparing op kaarsen en kerosine.

De studiereis bracht me bij Thrive Solar, een bedrijf dat is voortgekomen uit een ngo die lampen naar afgelegen gebieden bracht. De ingekochte spullen waren van onvoldoende kwaliteit, dus besloot de organisatie eigen lampen te ontwikkelen. De investering van Oikocredit in Thrive is niet bepaald een microkrediet, natuurlijk, maar de lage prijs van de geproduceerde lampen maakt wel dat de lening uiteindelijk ten goede komt van de armste doelgroepen.

Ik vind het lastig inschatten wat nou het effect is van inspanningen om via investeringen aan de basis, al dan niet in de vorm van microkredieten, de infrastructuur van een land op orde te brengen. Ik heb in India nogal wat latrines gezien en geroken die de gedachte aan wildplassen niet onaantrekkelijk maakten. Dat het hele land in 2019 voorzien is van toiletten, zoals de regering wenst, lijkt me een illusie – wat overigens geen reden moet zijn om te stoppen ernaar te streven. Het lijkt me een zaak van de lange adem.

Over decentrale elektriciteit ben ik geneigd optimistischer te zijn. De directe opbrengst van een zonnelamp (met ingebouwde oplader voor mobieltjes!) is groter, er zijn geen culturele barrières en India hikt tegen enorme tekorten aan, waarvan verwacht wordt dat ze in de zomer tot regelmatige uitval van het netwerk zullen leiden. De hang naar elektriciteit is simpelweg groter dan naar sanitaire voorzieningen, en dat is toch de meest noodzakelijke voorwaarde voor succes. (sg)

De foto van Opmeer Reports bij dit artikel is met toestemming gebruikt.