Tegen het hek

Dezer dagen moet ik nog wel eens denken aan de damherten in de overbevolkte waterleidingduinen waarvan we vonden dat ze beter konden creperen tegen het hek dan dat ze zich tegoed deden aan de toch al schaarse heesters in Bloemendaalse tuinen. Ik heb indertijd bepleit de beesten af te knallen en op te eten. Ik ben nu eenmaal iemand die vindt dat je ook ergens verantwoordelijk voor kunt zijn als je erbij staat en niks doet. Alleen dan kun je het geweer als een lichter te dragen last ervaren, althans als het om damherten gaat.

De alternatieven zijn afhankelijk van welk voldongen feit je bereid bent te accepteren. Je kunt bijvoorbeeld ook gaten in het hek knippen en de toorn van de Bloemendalers op je laden – maar wie burgerwoede over zich afroept geldt heden sowieso als een verwerpelijk sujet. De gewetensvolle helden van vandaag lopen weg van het hek, in de stellige overtuiging dat de herten het allemaal aan hun eigen voortplantingsdrift te wijten hebben en dat het een verkeerd signaal zou zijn om je hun lot aan te trekken. (sg)