Huidskleur

Net als elke stinkende blanke man van rond de vijftig ben ik dol op negers, zo lang ze maar niet op mijn verjaardag komen. Dat heet white privilege, weet ik sinds kort, en dat ga ik verdedigen, want anders ontneem ik anderen het genoegen om zich bij mijn feestje in te vechten.

Dat die anderen zich aan het melden zijn zie ik met sardonisch genoegen tegemoet. In tijden van virulent racisme is het alle gutmensch aan dek, maar is er eenmaal een rechtsstaat die de grenzen bewaakt, dan breekt de volgende fase aan, het bevechten van een prominentere plek door degenen die eerst achtergesteld waren. Die plek krijg je niet cadeau. Emancipatie is geen strijd voor watjes. (sg)