Otto de Kat – De inscheper

De inscheper heet Rob. Rust in zijn donder heeft hij niet. Hij verlaat het ouderlijk huis, op avontuur. Eerst naar de mijnen in Zuid-Afrika. Dan, als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, in het leger naar Nederlands-Indië. Krijgsgevangenschap volgt. Het breng hem naar Thailand, Birma, Japan, de Filipijnen. Wanneer de oorlog voorbij is, probeert hij zijn leven als avonturier weer op te pikken. Het gaat moeizaam. Een telegram doet hem de knoop doorhakken.

Hoewel De Inscheper van Otto de Kat grotendeels gaat over Robs omzwervingen en ontberingen gaat het eigenlijk over de verhouding tussen hem en Guus, die hij in Indië leert kennen en met wie hij samen de krijgsgevangenschap doorstaat. Guus is ook een avonturier, maar dan van het berekenende soort. Aristocratisch, gestudeerd, bewust gekozen voor de onzekerheid, waar Rob het allemaal overkomen lijkt. Guus duikt halverwege het boek op en is niet veel later ook weer verdwenen, maar hij wordt de maat waaraan Rob zijn eigen handelen spiegelt.

Otto de Kat, van wie ik eerder Bericht uit Berlijn las, heeft een kristalheldere stijl. Korte, feitelijke zinnen. Af en toe een rake beeldspraak. De Kat sleurde me hardhandig door het verhaal heen. Het enige nadeel van die wat gehaaste aanpak is dat hij niet de tijd heeft om werkelijk in Robs hoofd te kruipen. Als lezer krijg je Robs onrust mee, ziet de connectie met de dominante vader. Maar wat de hoofdpersoon werkelijk drijft, blijft in de lucht hangen.