Captain Fantastic glijdt langzaam weg

Viggo Mortensen is weer eens op pad met een stel kleintjes, alleen zijn het deze keer geen hobbits, maar kinderen, die hij ergens in de bossen van noordwest Amerika autarkisch heeft opgevoed. Ze kunnen een konijn villen, maar ook de grondwet uitleggen en hun afkeer van het kapitalisme uiten. Fysieke en intellectuele superkinderen, maar verder niet van deze wereld.

Dan komt het bericht dat hun moeder, die niet zo lang geleden wegens zware depressies is opgenomen, zelfmoord heeft gepleegd. En dus gaat het gezin in een aftandse bus op pad naar New Mexico, waar de familie helemaal niet zit te wachten op het stelletje outcasts. Of in ieder geval niet op Captain Fantastic zelf, die door zijn schoonvader verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van zijn dochter.

Captain Fantastic begint als een vrolijke, tikje anarchistische film, die gaandeweg een serieuzere ondertoon krijgt. Naar mate je als kijker meer begrijpt over de verhouding tussen Captain Fantastic en zijn vrouw, en de reden van hun afzondering, krijgt het verhaal een diepere laag. Helaas gaat die verdieping gepaard met een wat zoetig moralisme en ongerijmde plotwendingen, om uiteindelijk in een langgerekt, mierzoet slot weg te glijden. Al met al geen slechte film, maar hij was gebaat geweest bij het vasthouden van de ruige randjes.