Hans Maarten van den Brink – Over het water

Over het water van Hans Maarten van den Brink gaat over roeien. Twee jongens, Anton en David, raken onder leiding van coach Schneiderhahn steeds beter op elkaar ingespeeld. Ze worden de beste van de club, winnen wedstrijden, maar zullen ze in staat zijn het kampioenschap te veroveren?

De sport zorg voor de spanning die het plot voortdrijft, maar de roman gaat eigenlijk over iets anders, namelijk de onzekerheid van arbeiderszoon Anton in een milieu dat niet het zijne is. Alleen door hard te roeien kan hij zichzelf bewijzen. Hij bewondert David, voor wie het allemaal vanzelfsprekend lijkt. Anton kijkt vanuit de oorlogsjaren nostalgisch terug naar die zomer van 1939, waarvan hij hoopte dat die nooit voorbij zou gaan. Het verhaal over winnen wordt zo ook een verhaal over verlies.

Van den Brink schrijft in een heldere stijl, heen en weer springend tussen roeischema’s, adolescente onzekerheid en de weemoed van een jongeman die vreest nooit meer zo gelukkig te zullen zijn als toen. Hij bezwijkt ook niet voor de verleiding er van alles bij te slepen. De lezer leeft mee met Antons obsessie, verder niet – en gaat onwillekeurig zelf ook een beetje mijmeren over een onbestemd, begeerlijk vroeger.