Islamisering en kerstening in Indonesië

Afgelopen zomer was ik voor het eerst in ruim tien jaar terug in Tomohon, een dorp (inmiddels een stad) in de Minahasa, een christelijk gebied in het noorden van het Indonesische eiland Sulawesi. Om vijf uur ’s ochtends werd ik uit mijn bed gebruld door de plaatselijke kerk. De kerk deed dat om de moskee voor te zijn.

Veertig jaar geleden, toen ik er als kind opgroeide, was dit ondenkbaar. Tomohon was christelijk gebied en het handjevol moslims hield zich koest. Nu zijn er meer moslims. Het gaat namelijk goed met de Minahasa en dus zijn er arbeiders nodig. Dat was vroeger al zo. Ons personeel kwam ook van het moslimdeel van Sulawesi.

De rivaliteit tussen christenen en moslims was hét gespreksitem. De taxichauffeur op het vliegveld was de eerste. “Wij Minahassers moeten meer kinderen maken, want anders worden we een minderheid”, begon hij te oreren zodra hij doorhad dat ik de taal sprak.

Ahok proces

Dezelfde rivaliteit speelt op een grotere schaal in het proces tegen Ahok, de Christelijk-Chinese gouverneur van Jakarta, die van blasfemie beschuldigd wordt. Vandaag wordt het proces tegen hem voortgezet.

Aanjager achter het proces is de FPI, een groep radicale moslimactivisten die bekend staat om het verstoren van bijeenkomsten en het vernielen van eigendommen als die niet islamitisch genoeg zijn (tenzij je ze betaalt om het niet te doen, uiteraard). De FPI was de aanjager achter een enorme demonstratie tegen Ahok, die uitgebreid de internationale pers haalde, in tegenstelling tot de iets kleinere pro-Ahok demonstratie een dag later.

Welke banden er precies zijn tussen de FPI en politie/leger is altijd schimmig geweest. Ze kreeg in elk geval de ruimte onder de vorige president van Indonesië, Susilo Bambang Yudhoyono, wiens zoon Agus nu in de race is voor het gouverneurschap van Jakarta. Reden genoeg om aan te nemen dat er meer speelt dan vermeende blasfemie. Kamp Ahok is overigens in de tegenaanval. De leider van de FPI in Jakarta wordt sinds vorige week gezocht (linkje in het Indonesisch) wegens bedreiging van vice-gouverneur Djarot Saiful Hidayat, een moslim. Ahok en Hidayat halen ook nog altijd de meeste campagnefondsen binnen.

Hoe dan ook, de kwestie Ahok domineerde de Indonesische sociale media in 2016. Indonesiërs weten uiteraard dat er veel meer speelt dan geloof, maar het is geen toeval dat op dit onderwerp de vlam in de pan slaat. Het is een strijd om de identiteit van het land.

Demografie

Indonesië is het land met het hoogste aantal moslims ter wereld. Het land heeft strikte wetten en er zijn gebieden, met name stukken van Aceh, waar de sharia is ingevoerd. Toch gaat het er niet goed met de islam. Wereldwijd groeit het aandeel moslims op de totale bevolking, maar in Indonesië niet. Daar daalt het naar verwachting met circa één procent tot 2050, terwijl het aandeel christenen toeneemt.

Belangrijkste reden is dat christenen het advies van mijn taxichauffeur ter harte nemen: ze maken meer kinderen dan de moslims. Daarnaast verlaten meer en meer Chinezen het Boeddhisme voor het Christendom. En er is het effect dat ook in Algerije en Iran zichtbaar is: gematigde moslims worden christen omdat ze het extremisme van hun geloofsgenoten zat zijn.

De Indonesiërs kunnen dus nog decennia vooruit met hun discussies over moslims en christenen. Naar mate de mobiliteit toeneemt zullen ze meer met elkaar te maken krijgen en dus elkaars overlast ervaren. Toen ik me bij een andere chauffeur beklaagde over de vroege wake-up call van de kerk, haalde hij zijn schouders op. Ik had wel gelijk dat het knettergek was, maar het hoorde nu eenmaal bij de huidige toestand van het land. Er was veel in de Indonesische identiteitscrisis dat me aan Nederland deed denken. (sg)