Herman Melville – Bartleby de klerk

Het is al een kleurrijk gezelschap dat de naamloze notaris/verteller bijeen heeft op zijn kantoor aan Wall Street. Twee klerken die om beurten humeurig zijn en een loopjongen wiens voornaaste taak is bitterkoekjes te kopen voor de andere twee. Dan neemt hij Bartleby aan. Het begint goed, maar daarna stapelen de eigenaardigheden zich op.

Bartleby doet zijn kopieerwerk trouw, maar weigert mee te doen aan controlesessies. Gaandeweg doet hij steeds minder en uiteindelijk helemaal niets meer. Hij neemt zijn intrek in het kantoor en leeft van wat spaargeld. Op smeekbeden om zijn biezen te pakken reageert hij met zijn standaardzin: ‘Liever niet’. Uiteindelijk trekken de anderen uit het kantoor, maar daarmee zijn ze nog niet van hem af.

Herman Melville schreef het korte verhaal niet lang na de publicatie van Moby Dick. Dat geldt nu als een meesterwerk, misschien wel hét meesterwerk van de Amerikaanse literatuur. Indertijd werd het neergesabeld. Melville dacht een magnum opus te hebben geschreven, maar Moby Dick luidde het einde in van een tot dan toe succesvolle schrijverscarrière. Hij werd douane-beambte.

Hoe irritant Bartleby’s gedrag ook is, je proeft de diepe eenzaamheid van de klerk – allicht een echo van de eenzaamheid die de voor depressies gevoelige Melville op dat moment zelf voelde. De notaris, die ondanks zijn mateloze irritatie met Bartleby blijft meevoelen, is het vergeefs luisterende oor. Bartleby valt niet te redden.