Italo Calvino – If on a winter’s night a traveller

Aan het begin van Italo Calvino’s roman If on a winter’s night a traveller begin de hoofdpersoon, Lezer genaamd, aan de roman If on a winter’s night a traveller door Italo Calvino. Dat we het meteen maar weten: dit is een metaroman, een roman over de verhouding tussen lezer en schrijver. Het leesgenot wordt echter ruw onderbroken: door een fout van de drukker bevat het boek telkens dezelfde eerste 32 pagina’s. De lezer gaat terug naar de boekhandel, krijgt een nieuw exemplaar mee en constateert dat dit een totaal ander boek is.

Zo begint een steeds dollere zoektocht naar telkens een nieuw boek waarbij de Lezer het einde niet haalt. Calvino probeert de lezer te laten meeleven met de Lezer door ook de beginnetjes van de onderbroken romans bij te voegen. Een detective noir, een streekroman, een erotisch niemandalletje, een Latijns-Amerikaans verhaal in de stijl van Marquez, iets dat van Dostojevski is geleend. Inderdaad, mooie beginnetjes van romans, waarvan het jammer is dat ze worden afgebroken.

Het is allemaal heel knap in elkaar gezet en tot ver over de helft boeit deze klassieker ook. Dan struikelt hij – in elk geval bij mij – over een breuk in het karakter van de hoofdpersoon. Zonder verdere aankondiging verandert de Lezer van een geïrriteerde boekenwurm in een volbloed avonturier, om daarna toch weer in de huiselijke sfeer te belanden. Alsof Calvino zichzelf in een hoek geschreven had en toen maar een deus uit de typmachine toverde om het geheel tot een goed einde te brengen. Jammer, want onnodig.