Stefan Zweig: Schachnovelle

Op een schip van New York naar naar Buenos Aires leert de verteller in Schachnovelle, een literair kleinood van Stefan Zweig, de zonderlinge schaakgrootmeester Mirko Czentovic kennen. Al is kennen leren misschien wat sterk uitgedrukt, want Czentovic communiceert nauwelijks. Wel gaat de grootmeester in op het verzoek van een Amerikaan om tegen betaling een partij te spelen tegen de verzamelde belangstellenden. Ze verliezen uiteraard smadelijk, maar tijdens de revanche fluistert een onbekende man de Amerikaan een paar zetten in die tot remise leiden. Daarna treedt de onbekende, dr B., aan tegen de grootmeester en wint.

De kern van Schachnovelle is niet de partij aan boord, maar de levensverhalen van Czentovic en dr. B., twee totaal verschillende mensen, een eenvoudige boerenjongen die talent voor schaken blijkt te hebben en zijn leven eraan wijdt, versus de adellijke jurist die in eenzame opsluiting een schaakboek gebruikt om geestelijk gezond te blijven tussen de Gestapoverhoren door.

De Oostenrijker Zweig schreef de novelle in ballingschap in Brazilië. Het verscheen in 1942, het jaar van zijn zelfgekozen dood. Schachnovelle gaat over het overwinnen van tegenslagen, iets wat Zweig zelf niet kon opbrengen. Vooral het verhaal van dr B. is beklemmend.