Bij de presentatie van Magda is overal vroeg Ernest van der Kwast welke muziek ik draaide tijdens het schrijven. Geen, zei ik. Geconcentreerd creatief werken vergt totale stilte. Liefst zit ik ergens op een hotelkamer in het buitenland, zodat ik ook geen Nederlands hoor als ik na het schrijven de straat op ga om een stuk te wandelen en het geschrevene tot me door te laten dringen.
Maar er is wel degelijk muziek. Het eerste deel van de roman, bijvoorbeeld, kenmerkt zich door een vrij jachtige sfeer. Dat zit in het plot, maar ook in het taalgebruik, het ritme van de zinnen. Als ik stukken daarvan redigeer heb ik daar vaak muziek bij als die van de Nederlandse dj Duncan Meulema of het Duitse collectief Der Dritte Raum:
Opgewekt
Bij het tweede deel, dat zich voor een groot deel in Suriname afspeelt, hoort een iets rustiger tempo, opgewekt en ongehaast maar wel met een zekere urgentie. De verleiding is om jazz uit de jaren dertig en veertig te kiezen, maar ik houd het op bijvoorbeeld relireggae van The Melodians of de hiphop van Postmen:
Het melancholische derde deel vraagt om een vrouwenstem, bijvoorbeeld de flamencozangeres Estrella Morente of Indila, een Française van Algerijns/Egyptische/Indiase/Cambodiaanse afkomst (waarmee ze wel wat gemeen heeft met Magda):