Han Kang: De vegetariër

Na een nachtmerrie besluit de jonge vrouw Yeong-hye om vegetariër te worden. Zoiets doe je in Zuid-Korea alleen als je een strikte boeddhist bent. Dus haar man, de verteller in het eerste deel van De vegetariër, vindt het maar genant. Hij kan zich met haar eigenlijk niet meer in het openbaar vertonen, zeker niet nadat ze bij een etentje met zijn baas geen hap door haar keel heeft gekregen.

In dat eerste deel van de roman, die in 2016 de Man Booker International Prize won, lijkt het alsof schrijfster Han Kang je een Murakami-achtig universum binnen gaat leiden, met steeds mysterieuzere gebeurtenissen. Dat is niet het geval. In het tweede deel wordt Yeong-hye’s gedrag beschreven vanuit het perspectief van haar zwager, die haar uit de kleren wil praten. Het gemak waarmee dat lukt beangstigt hem – en dat is niet geheel onterecht. Het derde deel laat Yeong-hye’s oudere zus aan het woord. Er is dan niets bovennatuurlijks aan het verhaal, alleen gruwelijke werkelijkheid.

Han Kang, gevierd in eigen land, schreef de eerste twee delen, ‘De vegetariër’ en ‘Mongolenvlek’, oorspronkelijk als afzonderlijke verhalen. Pas het derde deel, ‘Vlammende bomen’, verbindt ze aan elkaar, zij het op een manier die net wat te uitleggerig is. Zodra die uiteenzetting achter de rug is, slaat dat derde deel een eigen koers in naar een indrukwekkende finale.