José Eduardo Agualusa: A general theory of oblivion

A general theory of oblivion van José Eduardo Agualusa is het eerste boek van een Angolese auteur dat ik ooit las. Een veilige keuze, min of meer, als je aanneemt dat de shortlist van de Man Booker Prize een kwaliteitsstempel is. Het onderwerp intrigeerde me ook direct: op de avond voor de onafhankelijkheid van Angola metselt een Portugese vrouw zich in in haar appartement in Luanda. Dertig jaar verschanst ze zich daar, tot een kleine gauwdief via het balkon binnensluipt.

In de loop van het verhaal glippen steeds meer personages het plot binnen, dat op den duur nogal onoverzichtelijk wordt. Een buurman die een nijlpaard op zijn balkon houdt, bijvoorbeeld, en zijn oude vriend, de politieke gevangene die miljonair geworden is en die hem uit het appartement uitkoopt. Op een gegeven moment duikt er een alwetende verteller op die samenzweert met de lezer (“laten we nu terugkeren naar …”). Er valt dus wel een en ander aan te merken op het werk van Agualusa.

Maar wat een heerlijke roman. Korte, snappy scènes. Kleurrijke personages. Bizarre wendingen. Af en toe een gedicht ertussendoor. Allemaal geschreven in een kraakheldere stijl. Agualusa laat misschien af en toe een steek vallen, maar ‘A general theory of oblivion’ verdient een groot publiek. Er is overigens een Nederlandse vertaling.