James Secord: Visions of science

De industriële revolutie betekende niet alleen de doorbraak van technologie, maar ook die van wetenschap bij het grote publiek, laat James Secord zien in Visions of science.

Engeland, 1830. De samenleving gistte. Arbeiders verzetten zich tegen de opkomst van machines, die hen overbodig zouden maken. Inwoners van grote steden (veelal diezelfde arbeiders) maakten zich boos over het feit dat ze slecht vertegenwoordigd waren in het parlement. De daarop volgende decennia zou de samenleving flink op de schop gaan: verregaande industrialisering, maar ook hervorming van het kiesstelsel en beter onderwijs.

Tot dan toe was wetenschap vooral een zaak van deftige heren onderling. Een van hen, de astronoom John Herschel, nam in 1833 het initiatief om het volk te verheffen door het tot lezen aan te zetten. Dat was indertijd een revolutionaire gedachte.

Het initiatief van Herschel is het uitgangspunt van Visions of science van James Secord, hoogleraar filosofie en geschiedenis van de wetenschap te Cambridge. Secord bestudeert de insteek en impact van zeven populaire boeken uit de vroege negentiende eeuw die tot doel hadden het wetenschappelijke denken naar de massa’s te brengen.

Flaters

Herschel zelf had in 1831 het goede voorbeeld gegeven met ‘Preliminary discourse on the study of natural philosophy’. Dit boek bevatte niet zozeer bijdragen aan de wetenschap, als wel uitleg over wetenschap. Daarmee viel het, legt Secord uit, in een populair genre rond die tijd, namelijk etiquetteboeken. Herschel vatte voor de middenklasse en een deel van opkomende arbeidersklasse samen wat men diende te weten over de wetenschap om geen flaters te slaan in de conversatie.

Herschels boek was een van de allereerste wetenschappelijke werken die in een klein formaat op goedkoop papier gedrukt werden. Daardoor werd het betaalbaar voor de doelgroep. Tienduizenden gingen er over de toonbank, ten bewijze dat er een grote behoefte bestond aan dit soort lectuur. De uitgever was heel gelukkig.

Minder gelukkig zal de uitgever geweest zijn van ‘Reflections on the decline of science in England’ van Herschels vriend Charles Babbage, want die verkocht er maar 750. Het boek was een aanval op het wetenschappelijke establishment, dat er helemaal niet op zat te wachten maatschappelijk relevant te worden. Babbage zag als hervormer kans gekozen te worden in het parlement en bleef ook daar ruzie maken met conservatieven die niets moesten hebben van de vooruitgang.

De zeven boeken die Secord bespreekt, bieden samen een mooi staalkaart van onderwerpen waarop wetenschappelijke progressie zijn weg vond naar het grote publiek. Zo vertelt het eigenlijk veel meer over de technisch-wetenschappelijke doorbraak in de negentiende eeuw dan de gebruikelijke lijstjes van uitvinders en wetenschappers. Het lezen meer dan waard.