De almachtige chaebol

Na de desastreuze Koreaanse oorlog, die in 1953 eindigde met een wapenstilstand langs wat inmiddels ’s werelds zwaarst bewaakte grens is, lagen beide ontstane landen in puin. Het noorden werd economische overeind gehouden door Russen en Chinezen, het zuiden was aan zichzelf overgeleverd. Tot halverwege de jaren zestig was Zuid-Korea een van de armste landen ter wereld – iets waar nog veel mensen herinneringen aan hebben. Toen besloot de militaire regering om het potentieel aan goedkope arbeidskrachten aan te boren voor een door export gedreven industrialisering.

Daarbij werd ook besloten dat het land zich moest concentreren op een aantal sectoren: staal (inclusief scheepsbouw en automobielindustrie), elektronica en chemie. Daarvoor werd een reeks onderzoeksinstituten opgezet en buitenlandse financiering gezocht. Japan, de Verenigde Staten en Nederland werden de grootste investeerders. De uitvoering kwam in handen van een beperkt aantal ambitieuze ondernemers, die zo een machtsbasis opbouwden waar ze nu nog op teren.

Enkele tientallen zogeheten chaebol (een samenvoeging van de Koreaanse woorden voor ‘bezit’ en ‘clan’) domineren de Koreaanse economie. Het zijn conglomeraten van bedrijven die niet altijd juridisch met elkaar verbonden zijn, maar binnen de invloedssfeer vallen van een kleine club aandeelhouders, meestal een familie. Gezien hun economische gewicht hebben de chaebol relatief weinig mensen in dienst. Dat komt omdat veel werk wordt uitbesteed aan onderaannemers die volledig afhankelijk zijn van één opdrachtgever.

Samsung

De bekendste chaebol is Samsung, dat in zijn eentje goed is voor twintig procent van de Koreaanse export. Vanuit zijn hoofdkwartier in de wijk Gangnam bestiert de familie Lee een imperium in elektronica, scheepsbouw, engineering & constructie, levensverzekeringen, themaparken, advertenties en nog veel meer. Zijtakken van dezelfde familie zijn groot in winkelcentra (Shinsegae), consumentenproducten (CJ) en papier/logistiek (Hansol), maar die tellen als aparte chaebol. Ander bekende namen zijn LG, Hyundai Kia, SK Group en Lotte. Tijdens de financiële crisis van 1997-1999 viel een derde van de grootste chaebols om, waaronder de op een na grootste, Daewoo.

De verwevenheid van politiek, ambtenarij en chaebols leidt geregeld tot beschuldigingen van corruptie en belangenverstrengeling. Voor de jongste Koreanen, opgegroeid sinds de overgang naar democratie, is dat steeds minder acceptabel. In 2017 verdween de hoogste baas van Samsung in een rel rond de afgezette president Geun-hye Park. Dat zou voorheen ondenkbaar zijn geweest. De chaebol zijn nog altijd machtig maar hun invloed loopt terug. De nieuwe regering wil meer dynamiek en minder economische afhankelijkheid van een paar families.