De dilemma’s van kernenergie

Om een goede afweging te maken tussen kernenergie en andere vormen van energieopwekking, moet je eerst helder maken wat je onder kernenergie verstaat. Afval blijft hét probleem.

Bij discussies over kernenergie is het al gauw: voor of tegen? Dat is ook een hele valide vraag vindt ir. Behnam Taebi, maar voor je die zinnig kunt beantwoorden, moet je eerst goed in kaart brengen wat kernenergie is. ‘Dat is namelijk geen bulktechniek’, legt hij uit. ‘Er zijn allerlei varianten, in de manier van opwekking en in het afval dat ze achterlaten. Welke je kiest, heeft gevolgen voor de ethische afweging of het, voor zowel huidige als toekomstige generaties, rechtvaardig is om die te gebruiken.’

Op dit moment zijn er ruwweg twee technieken in gebruik. De ‘Amerikaanse’ methode gebruikt alle splijtstof één keer en slaat het restproduct dan ondergronds op, waar het 200.000 jaar lang radiotoxisch blijft, ofwel op een gevaarlijk niveau radio-actief. De ‘Europese’ methode, ook wel bekend als de gesloten cyclus, hergebruikt de splijtstof, zodat uiteindelijk afval overblijft dat nog maar 10.000 jaar radiotoxisch is. Dat laatste klinkt beter, maar het recyclen van de splijtstof kost veel energie en je moet meer nucleaire activiteiten ondernemen, met alle gevaren van dien. Bovendien brengt het veel transport van gevaarlijk materiaal met zich mee, dat bovendien geschikter is om kernwapens mee te maken.

‘Bij de keuze tussen deze twee methoden, moet je een morele afweging maken tussen een langduriger belasting van toekomstige generaties met giftig afval en grotere risico’s voor de huidige generatie’, zegt Taebi. ‘Ik zou niet direct weten wat de doorslag moet geven.’

Principieel

Momenteel in ontwikkeling (maar pas over enkele decennia toepasbaar) zijn technologieën om de splijtstof zo ver op te stoken en te bewerken dat het nog maar 500 tot 1000 jaar radiotoxisch is – een veel kortere maar naar menselijke maatstaven nog altijd moeilijk voorstelbare periode. Er gaat veel geld en energie zitten in onderzoek naar deze technologie, die vooral tot doel heeft de overlast voor latere generaties te verminderen. Je kunt je afvragen of er een morele verplichting jegens toekomstige aardbewoners bestaat om deze investering te plegen, zegt Taebi. ‘Ik ben geneigd te denken van wel.’

De huidige stand van technologie en mogelijke toekomstige verbeteringen bezorgen kernenergie veel ingewikkeldere morele dilemma’s dan wel eens gedacht wordt, zeker als je het afzet tegen andere manieren van energieopwekking. Broeikasgassen, om maar een voorbeeld te geven, zijn weliswaar niet direct giftig maar zijn ook een gevaar voor toekomstige generaties. En omdat ze verspreid over de hele atmosfeer zitten is het misschien wel moeilijker om ze over honderd jaar met een nieuwe technologie onschadelijk te maken dan kernafval in een ondergrondse bunker.

‘Bij zowel kernenergie als kolen, olie en gas speelt mee dat je de energie haalt uit een grondstof die ooit op raakt’, vult Taebi aan. ‘De gevaren voor de toekomst zijn niet altijd even helder. Bij kernenergie speelt nog het gevaar van gebruik voor kernwapenproductie en ongelukken in de centrales mee, maar die risico’s zijn te beperken. Je kunt natuurlijk principieel tegen kernenergie zijn, maar het goed doordenken van alle argumenten is bepaald geen recht-toe-recht-aan zaak. Het enige wat we zeker weten is dat we er nú over moeten nadenken, en niet pas nadat de keuzes gemaakt zijn.’

Geschreven voor de website van 4TU Ethics, 2009