Honderdduizend startups per jaar (3)

Uitwisseling werkt twee kanten op. Sungmin Cho kreeg na een competitie tussen tien teams de gelegenheid om het in Silicon Valley te gaan proberen me zijn startup Glance. Die maakte software om automatisch samenvattingen te maken van nieuwsberichten. ‘Drie teams kregen de gelegenheid naar Amerika te gaan’, vertelt hij. ‘Van die drie kreeg er uiteindelijk één de kans om zich met een investering verder te ontwikkelen. Dat waren wij. We lanceerden onze app, maar kregen niet genoeg gebruikers. Toen zijn we een project gestart om content te bewerken voor sociale media. Daarmee kwamen we ook niet ver. Nu maken we een wekelijkse nieuwsbrief. Dat gaat wel goed, al zijn we nog op zoek naar een verdienmodel.’

Het gemak waarmee Cho over zijn mislukte ondernemingen praat, is uitzonderlijk voor Korea. ‘Een bedrijf beginnen is op zich eenvoudig, maar de psychologische barrière is groot. Dat verandert maar langzaam. Vanwege de snelle maar ook eenzijdige industrialisering die we hebben meegemaakt is de gedachte ontstaan dat je voor een groot bedrijf moet werken. Dat is begrijpelijk, want voor jezelf beginnen is zwaar. Maar het óók een manier om vooruit te komen.’

Riskant

Groot Kormelink van Clear Flight heeft dezelfde ervaring met het sociale ongemak dat startups aankleeft: ‘We krijgen soms het advies niet te vertellen dat we een startup van een universiteit zijn. Anders worden we als klein en riskant ervaren.’

Dat overheid en bedrijfsleven volop incubators oprichten is volgens Cho een zegen. Zelf heeft hij in Silicon Valley zijn bedrijf vanuit een café gerund, maar de faciliteiten van plekken als de Seoul Startup Hub en zijn eigen thuishonk D-Camp bieden toch meerwaarde. Het Koreaanse systeem brengt genoeg succesnummers voort. Viva Republica kreeg voor zijn betaalapp Toss begin 2017 bijna 50 miljoen dollar aan investeringsgeld van PayPal. Maaltijdservice Woowa Brothers heeft de Koreaanse markt gepakt voor een ander dat deed.

Ook op het gebied van hardware zijn er initiatieven die aanslaan. Yolk Solar Paper is een ultradun zonnepaneel dat in je agenda past. Je haalt hem eruit om je mobieltje op te laden. Uvify maakt drones die 160 kilometer per uur halen. Zikto maakt wearables die niet alleen je stappen tellen, maar je ook waarschuwen als je loophouding verkeerd is. Looxid Labs maakt een virtual reality helm die ook hersengolven en oogbewegingen meet om reacties van gebruikers te peilen.

Lauweren

De successen tot nu toe zijn geen reden om op de lauweren te rusten, waarschuwt Lim van de gemeente Seoul: ‘De oprichters van startups zijn hier erg gefocust op de technologie. De kennis is echter basic. Veel van de startups zitten op het applicatieniveau. Wat we nodig hebben zijn startups met diepere kennis, die zich meer in de R&D begeven. Daar hebben we er gelukkig ook meerdere van, bijvoorbeeld een nieuwe technologie om genomen in kaart te brengen. Genoeg is het echter nog niet.’

Daar komt bij dat de binnenlandse markt te beperkt is om schaalvoordelen te halen. Willen de startups van nu echt doorgroeien, dan zullen ze internationaler moeten leren denken. Dat betekent zelf over de grens kijken, maar ook buitenlanders binnenhalen. Lim: ‘De Koreaanse samenleving is nog niet heel vriendelijk voor buitenlanders die hier wonen. Daar werken we al stad hard aan, mede om de economie een oppepper te geven.’

De hoop is gevestigd op de jonge generatie, die van jongs af aan gewend is aan de westerse cultuur en vaak ook in Europa of de Verenigde Staten gestudeerd heeft. Vergeleken met andere landen in de regio staat Zuid-Korea meer open voor buitenlandse invloeden, maar echt eraan toegeven blijft moeilijk.

Kim van de Seoul Startup Hub is optimistisch: ‘We willen proberen uit te groeien tot dé Aziatische startup hub. Seoul is een goede testlocatie voor de hele Aziatische markt. Korea is een springplank naar Japan en China. We hebben talentvolle mensen, een goede infrastructuur en consumenten die open staan voor nieuwe dingen. Hier krijg je betere feedback op je product of dienst dan elders.’