Maakbare mens zoekt nieuwe zekerheden

Door de eeuwen heen verandert niet alleen de techniek, maar ook de manier waarop de mens ernaar kijkt – zeker nu de technologie onderdeel is geworden van het lichaam.

‘Honderdvijftig jaar geleden was het gebruik van anesthesie bij operaties absoluut not done; tegenwoordig is het immoreel als je het niet doet’, vertelt Peter-Paul Verbeek. ‘Een restje van die omslag zie je in de discussie over de ruggenprik bij bevallingen. Daarmee kun je veel pijn bestrijden, maar het verandert ook de beleving van de bevalling en van het moederschap. Daarom kiezen sommige vrouwen er bewust voor geen ruggenprik te nemen. Het is een mooi voorbeeld van hoe mensen hun eigen identiteit vormgeven door middel van technologie.’

Verbeek houdt zich bezig met de interactie tussen mens en technologie, die steeds dichter bij elkaar komen en zelfs met elkaar verweven raken. Een pacemaker is een geïmplanteerd stukje technologie dat een mens letterlijk in leven houdt. Dat soort ‘genezende’ technologie is zelden controversieel, maar bij preventieve maatregelen zoals vaccinaties zijn er al groepen die bezwaren hebben, omdat zij vinden dat ziek worden bij het mens zijn hoort. Het aantal mensen met bezwaren groeit als het om technologie gaat die de mens moet verbeteren, bijvoorbeeld plastische chirurgie.

De grens tussen genezen en verbeteren is echter dun, stelt Verbeek: ‘Neem antidepressiva. Zijn dat medicijnen of een middel om een beter mens te worden? Je hoort gebruikers soms letterlijk zeggen dat ze zich dankzij pilletjes meer mens voelen.’

Gedoemd

Een discussie over de ethische grenzen van de technologie is dan ook gedoemd te mislukken, vindt Verbeek. Alleen de twee uitersten – een stop op technologische ontwikkeling en een anything goes houding – zijn geen begaanbare weg. Daartussen zoeken mensen hun weg, en de route van die weg verandert met de ontwikkeling van de technologie.

‘Een hoop aspecten van het leven zullen veranderen door de technologie: sterfelijkheid, vrijheid, afkomst’, zegt Verbeek. ‘Er bestaat al een hersenimplantaat om de ziekte van Parkinson te onderdrukken. Gebruikers worden daar soms heel erg opgewekt van. Maar zijn zij werkelijk zelf in een goede bui of is het apparaatje opgewekt? En wat doet het met je zelfbeeld als je uit een reageerbuis komt, of als je het product bent van genetische modificatie? Kinderen hebben nog nooit een keuze gehad over hun genetische samenstelling, dus verandert er voor hen iets wezenlijks als ze niet langs natuurlijke weg tot stand komen?’

Heel veel van de bestaande ethiek van de technologie is onbruikbaar, omdat ze gaat over techniek die verder van de mens afstaat. Nieuwe medische en biologische technieken raken heel direct aan de kwaliteit van het leven: wat voor mens willen we zijn? Een probleem dat Verbeek bij de maatschappelijke en politieke discussie over dit soort zaken signaleert, is dat vaak een juridische invalshoek gekozen wordt. Dat is nogal mager voor ontwikkelingen die zo diep ingrijpen in ons zelfbeeld.

Geschreven voor de website van 4TU Ethics, 2009