Als ik in Algerije een toeristische bestemming heb gezien, dan was het Tipasa. Gezinnen uit Algiers komen hierheen om zee en cultuur te snuiven. Het is tussen de ruïnes druk met mensen die selfies maken. Langs de toegangsweg stikt het van de (vis)restaurants en zelfs souvenirwinkels. De oude kern van Tipasa leeft van het toerisme. Er is op de site zelfs een kaart met wat waar te zien is, maar neem voor de zekerheid toch je eigen informatie mee. Als je Frans goed genoeg is, kun je ter plekke ook een gids inhuren.

Vergeleken met Timgad en Djémila zijn de ruïnes veel minder uitgestrekt en minder goed bewaard, maar daar staat de ligging aan zee tegenover. De bomen op het terrein en de zeewind maken het verblijf er veel aangenamer.

Twee delen

Zoals in het filmpje te zien valt, bestaat de opgraving uit twee delen. De meeste mensen zijn te vinden in het westelijke deel, de oude stadskern. Het oostelijke deel bereik je als je vanuit het moderne busstation de weg omlaag naar de kust volgt en dan linksaf slaat. Er staat geen bord, maar je ziet de oude stenen vanzelf liggen. Dit deel bevat de necropolis en twee basilieken. Hiervandaan kun je dan via het haventje, waar nog wat resten uit de Phoenicische tijd te zien zijn, doorlopen naar het westelijke deel.

Praktisch

Bussen naar Tipasa vertrekken in Algiers vanaf het Tafourah busstation, bij de ingang van de containerhaven (omlaag lopen vanaf het Tafourah metro station). Toen ik om vier uur ’s middags terug naar Algiers wilde, waren er geen bussen meer te krijgen op de twee busstations van de stad. Uiteindelijk heb ik een taxi gedeeld met een Algerijns gezin, dat de onderhandelingen voor mij voerde. De taxichauffeurs wisten namelijk ook dat de bussen weg waren en dat had invloed op hun vraagprijs.