Manon Uphoff: Vallen is als vliegen

De Nederlandse literatuur lijdt al een poosje aan de redactiepest. Korte, feitelijke zinnen. Show, don’t tell. Focus: één hoofdpersoon, maximaal een handvol bijfiguren. Rustig naar de climax toewerken (bijvoorbeeld een geheim uit het verleden dat onthuld wordt). Het leidt, los van het vertelde verhaal, tot stilistische eenvormigheid. Niet slecht, wel risicoloos. En toen was daar ineens Vallen is als vliegen van Manon Uphoff.

Over het angstaanjagende verhaal, van een vader die zijn seksuele wil aan zijn dochters oplegt, ga ik het niet hebben. Dat mogen anderen doen. Mij gaat het om de manier waarop Uphoff taal gebruikt om de lezers mee te sleuren in de verwarring en pijn van hoofdpersoon MM. De stijl sluit naadloos aan bij het karakter. Geen keurige chronologische vertelling, maar fragmentarisch, nu en dan in grote lijnen, dan weer met groot gevoel voor detail – precies zoals het geheugen van een getraumatiseerd kind werkt.

Woordenrijkdom

Een beetje redacteur zou een streep gezet hebben door het overvloedig gebruik van haakjes en ellipsen, maar hier werkt het wonderwel. De lezer wordt volop aan het werk gezet met literaire, muzikale of andere verwijzingen. Jammer als je het niet snapt, Uphoff is alweer een denkstap verder. Zinnen worden onderbroken door uitroepen en citaten, er duikt ineens een alinea op als een woordenboeklemma, de woordenrijkdom is enorm. Laat ik een voorbeeld geven:

Zeker (zal ook hij gedacht hebben) beschikte ik over voldoende inspiratiebronnen. Had ik niet in de kunstboeken (die HEHH bij boekwinkels als De Slegte aanschafte), met afbeeldingen die nu werden beschenen door het licht dat in ruime mate door onze doorzonramen naar binnen viel, de plaat van Aubrey Beardsley gezien waarop Salomé het bloederige hoofd van Jokanaan omhooghoudt? Of Carravaggio’s Judith onthoofdt Holofernes? En van Gustave Moreau L’apparition, met de stralenkrans rond het eenzaam zwevende gelaat van Christus? Evenals Gustave Courbets Le sommeil? Twee jonge naakte vrouwen – een donkerharig, een rossigblond – in lustvolle omstrengeling op een doorwoeld bed… Kende ik niet het flagellatietafereel, eveneens van Beardsley? Net als de koele maar toch zinnelijke vrouwen van Klimt? Of de ziekelijke van Egon Schiele met onder opgeslagen rokken hun mosselgrauwe geslacht? Maar ook… en waar had ik ze toch voor het eerst gezien… in het huis van Toddie of in het schemerige kamertje van Max… (want wat was alles vertrouwd en overbekend) – de gewelddadige adult pulp art comics met veelzeggende titels als Jacula, meanwhile Back at the Morgue, Oltretomba, Frigidaire, Cannibale. Of gewoon Terror! Horrror!

‘Vallen is als vliegen’ zal het lastig krijgen om de leeslijst van het havo-eindexamen te veroveren. Maar wat een literaire verademing (zonder dat het experiment het verhaal onleesbaar maakt).