Achter de schermen bij Boek & Meester

Vorige week maandag was de laatste aflevering van Boek & Meester van dit jaar. Cees Nooteboom sprak met Ernest van der Kwast over zijn twee jongste boeken, over Venetië en Japan, maar ook over hoe het reizen in de afgelopen decennia is veranderd. Zo’n 250 mensen waren erbij. Gelukkig heeft Arminius ook een balkon vanwaar het gesprek goed te volgen was. Wie er niet bij was: het gesprek valt nog integraal te bekijken.

Het was een waardige afsluiter van een jaar waarin we ook Guillermo Arriaga, David Vann, Willy Vlautin, Reni Eddo-Lodge, Leila Slimani en Tash Aw ontvingen. De laatste was als schrijver mijn favoriet, al is hij nog minder bekend in Nederland. Een aantal van hen deed alleen bij Boek & Meester een publiek interview tijdens hun bezoek aan Nederland. Zo zetten we internationale literatuur gestaag op de Rotterdamse kaart. Met name voor Eddo-Lodge, die in de weken voor haar komst breed de pers gehaald had, kwamen mensen uit het hele land naar de stad.

Het lijkt eenvoudig: je nodigt een schrijver uit, stelt een lijstje vragen op en je programma is klaar. Maar zo werkt het niet. Een succesvol interviewprogramma vergt tientallen uren voorbereiding.

De uitnodiging

Het begint met het uitnodigingenbeleid. De meeste Nederlandse auteurs (behalve grootheden als Grunberg en Nooteboom) kun je gewoon boeken. Als ze net een nieuw boek uithebben, staan ze zelfs te trappelen. Als je veel geld hebt, kun je een buitenlandse auteur natuurlijk ook hierheen halen. Meestal ben je echter afhankelijk van de uitgever, die hem voor een nieuw boek naar Nederland haalt. Vaak is de voornaamste reden daarvoor het geven van interviews aan kranten. Dat leidt immers tot veel meer exposure dan een gesprek waar maximaal 250 mensen op af komen.

Voor de auteur zelf is zo’n publiek gesprek vaak interessanter, want er is veel meer interactie. Boeken signeren is ook leuk, want dan ontmoet je je lezers. Als programmamaker moet je er dus voor zorgen dat je warme contacten onderhoudt met de uitgeverijen. Ook moet de auteur een tevreden gevoel aan de avond (en alles eromheen: ontvangst, catering, soms een hotel) overhouden. Blije uitgevers en schrijvers vergroten de kans dat de volgende topauteur ook in Rotterdam neerstrijkt.

Een sfeervolle zaal, perfecte geluidsinstallatie en geïnteresseerd publiek zijn cruciaal. Voor ons als programmamakers is het uiteraard ook belangrijk dat de zaal vol is. Dus steken we de nodige tijd in marketing. We hebben een vaste achterban, maar proberen per auteur ook nieuwe doelgroepen aan te boren.

Het gesprek

De kern van het succes zit in een voorbereiding van het gesprek zelf. Ernest en ik lezen tenminste het laatste boek van de auteur, en vaak meer. We zoeken achtergrondinformatie, lezen oude interviews, kijken fragmenten van eerdere gesprekken na op Youtube. Op basis daarvan schrijven we een globaal script voor het gesprek. Niet een stramien dat afgewerkt wordt, maar een reeks thema’s om het over te hebben. Een beeldpresentatie helpt het publiek sommige onderwerpen te visualiseren. Als we het met Cees Nooteboom over zijn pelgrimage langs Japanse tempels gaan hebben, verschijnen die ook in beeld.

Een goed gesprek heeft diepgang, maar ook lucht. Er moet af en toe wat te lachen zijn, ook als het onderwerp doodserieus is. David Vann, bijvoorbeeld, had een indrukwekkend boek over de zelfmoord van zijn vader geschreven, maar je maakt niemand gelukkig met een bedrukt gesprek van een uur. Dan is het zaak de juiste balans te vinden. Gelukkig heeft Ernest een goede antenne voor de momenten waarop hij het gesprek een andere wending moet geven.

In 2020 zijn we terug met zeven edities van Boek & Meester. Gasten zijn nog niet bekend. Voor de periode 2021-2024 loopt volgend jaar een nieuwe subsidieprocedure. We hopen uiteraard nog jaren door te gaan, liefst met meer edities en wat budget om zelfstandig Europese auteurs uit te kunnen nodigen. Zodat Rotterdam een vanzelfsprekende pleisterplaats wordt voor internationale literatuur.