Douglas Stuart: Shuggie Bain

Het is best wel een hoop ellende die over de kleine Shuggie Bain, en daarmee over de lezer, wordt uitgestort in de veelgeprezen roman van Douglas Stuart. Het is al niet opwekkend wanneer hij nog met zijn vader en moeder bij zijn grootouders inwoont. Maar het begint pas goed als ze gaan verhuizen naar een absolute achterbuurt, waar vader na het uitladen van de spullen zegt: jullie wonen voortaan hier, ik trek in bij mijn minnares, doei.

Terwijl moeder Agnes steeds verder wegzakt in alcoholisme, moet de verlegen Shuggie zich invechten bij de straatkinderen – wat voor geen moment lukt. Zijn oudere zus vertrekt zodra ze mag trouwen, zijn oudere broer houdt het iets langer vol, maar houdt het ook voor gezien. Op zijn tiende is Shuggie verantwoordelijk voor het welzijn van zijn moeder, die soms een opleving heeft, maar altijd weer terugvalt.

Kortom, Shuggie Bain is een tearjerker van jewelste, een soort Oliver Twist, maar dan in het Glasgow van de jaren tachtig en negentig. Douglas Stuart schrijft het allemaal feitelijk en nuchter op, zodat het niet sentimenteel wordt. Absoluut goed geschreven, maar het plot is nogal voorspelbaar. Je voelt de verfilming door Ken Loach al aankomen.