Gabriel García Márquez is een van de weinige auteurs van wie ik (bijna) het complete werk gelezen heb. Honderd jaar eenzaamheid was voor mij als student een eyeopener: dit kon literatuur ook zijn. Zoveel interessanter dan het naturalisme dat de Nederlandse letteren van mijn schooltijd domineerde. Het zou ook een zware stempel op mijn eigen romans drukken.
Dus uiteraard wilde ik In augustus zien we elkaar lezen, de postuum uitgegeven novelle over een vrouw die ieder jaar afreist naar een afgelegen eiland om gladiolen op het graf van haar moeder te leggen en een affaire te beleven. De Spaanse titel, En agosto nos vemos, is krachtiger dan de letterlijke vertaling ervan. Het weerzien betreft overigens de moeder, aan wie de vrouw ieder jaar over haar leven vertelt.
Affaires
Ik vond het een aangenaam verhaal, dat je in een uurtje uitleest. Het is geen schande dat de erven van de auteur het hebben uitgegeven. Toch snap ik ook wel waarom Gabo zelf er zo lang mee worstelde. Het meest interessante gegeven in het verhaal wordt namelijk nauwelijks uitgewerkt. De vrouw is eerst bang dat haar man achter haar affaires zal komen, maar als hij geen belangstelling heeft voor hoe ze de nacht op het eiland doorbrengt, begint ze te vermoeden dat hij er misschien zelf anderen op nahoudt.
Die verlegging van het accent zou de novelle meer diepgang hebben gegeven, maar ook hebben afgeleid van de onuitgesproken kern van dit verhaal. Dat zijn niet de affaires, al zou je dat afgaand op de recensies wel denken. Het gaat om de relatie tussen de vrouw en haar moeder, zoals het intrigerende slot duidelijk maakt.