
Eigenlijk zijn boeken als Rombo van Esther Kinsky niet aan mij besteed. Het is een nagenoeg plotloze verzameling impressies: veel landschapsbeschrijvingen, passages uit encyclopedieën en verhalen van bewoners uit het dal in Friulië dat in mei 1976 getroffen werd door een zware aardbeving, met heftige naschokken in september. De natuurramp verandert niet alleen mensenlevens, maar ook het landschap.
Toch heb ik het boek gefascineerd zitten lezen. Gewoon omdat het op niks anders leek. Kinsky wisselt moeiteloos van stijl tussen de afstandelijke landschapsbeschrijvingen en empathische menselijke verhalen, zelfs zonder dat het nadrukkelijk opvalt (in het eerste geval zijn de zinnen wat langer – dat is een van de tekenen). En als het af en toe wat wijdlopig werd, kon ik rustig een stukje overslaan, in de wetenschap dat ik toch geen belangrijke plotinformatie zou missen.